55_2021-2022/33 - Accélérer la suppression des signalements régularisés de la Centrale des crédits aux particuliers
Pétitions
Changements sur "55_2021-2022/33 - Accélérer la suppression des signalements régularisés de la Centrale des crédits aux particuliers "
Description (Nederlands)
-<p>In het belang van de consument zou het beter zijn dat negatieve meldingen bij de Centrale voor Kredieten aan Particulieren die gaan over bedragen minder dan 1.000 euro versneld (in verhouding met het bedrag bijvoorbeeld) of zelf meteen verdwijnen <u>na de regularisatie</u> ervan. In tegenstelling tot de huidige situatie waarbij de negatieve melding tot een jaar na de regularisatie opvraagbaar blijft in de Centrale.</p><p>Kredietverleners zijn verplicht om tijdens het, eveneens verplicht, onderzoek van kredietwaardigheid bij een kredietaanvraag deze Centrale te raadplegen. Het bestaan van een melding (geregulariseerd of niet) hoeft volgens de wet in theorie geen verplichte weigering van het krediet te betekenen aangezien dit in hoofde niks zegt over de solvabiliteit van de kredietnemer. De praktijk toont echter aan dat de grootste en meest bekende kredietverleners dit wel als enige reden aanduiden om een krediet te weigeren en hier strikter mee om gaan, vaak ook uit onwetendheid. De consument zal dus gedwongen worden om zijn aankoop uit te stellen of aankloppen bij kredietverleners die wel verder kijken dan de aanwezigheid van een melding om de solvabiliteit van de kredietnemer te bepalen maar ook veel hogere rentevoeten hanteren en de consument een tweede keer benadeeld is. Beide opties benadelen de consument onevenredig met de inbreuk terwijl er geen sprake is van een bedreigde solvabiliteit.</p><p>De wetgever heeft reeds enig begrip getoond in het "KB van 16 december 2018" met als motivatie "Overwegende echter dat onder de registraties met kleine bedragen, een groot deel veroorzaakt wordt door nalatigheid en tijdelijke probleemsituaties en geen teken van een bedreigde solvabiliteit is;" waarbij het minimum bedrag van dergelijke melding werd opgetrokken van 25 euro naar 50 euro. Deze wijziging dekt de lading echter volledig niet van de motivatie waardoor er nog veel consumenten die onder deze lading vallen toch uit de boot vallen.</p><p>Daarom is mijn vraag aan de kamer om een aanpassing door te voeren van het "KB van 23 maart 2017 tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (Artikel 8 §1 1°)" voor eerste registraties van negatieve meldingen van bedragen tot 1000 euro te versoepelen om deze versneld of meteen te laten verdwijnen na regularisatie van de wanbetaling. Deze grens van 1.000 euro komt dan overeen met de grens vermeld in WET VII Artikel 77 die een kredietgever ook verplicht om een krediet te weigeren.</p><p><strong>Bronnen:</strong></p><p><br></p><p><br></p>- +<p>In het belang van de consument zou het beter zijn dat negatieve meldingen bij de Centrale voor Kredieten aan Particulieren die gaan over bedragen minder dan 1.000 euro versneld (in verhouding met het bedrag bijvoorbeeld) of zelf meteen verdwijnen <u>na de regularisatie</u> ervan. In tegenstelling tot de huidige situatie waarbij de negatieve melding tot een jaar na de regularisatie opvraagbaar blijft in de Centrale.</p><p>Kredietverleners zijn verplicht om tijdens het, eveneens verplicht, onderzoek van kredietwaardigheid bij een kredietaanvraag deze Centrale te raadplegen. Het bestaan van een melding (geregulariseerd of niet) hoeft volgens de wet in theorie geen verplichte weigering van het krediet te betekenen aangezien dit in hoofde niks zegt over de solvabiliteit van de kredietnemer. De praktijk toont echter aan dat de grootste en meest bekende kredietverleners dit wel als enige reden aanduiden om een krediet te weigeren en hier strikter mee om gaan, vaak ook uit onwetendheid. De consument zal dus gedwongen worden om zijn aankoop uit te stellen of aankloppen bij kredietverleners die wel verder kijken dan de aanwezigheid van een melding om de solvabiliteit van de kredietnemer te bepalen maar ook veel hogere rentevoeten hanteren en de consument een tweede keer benadeeld is. Beide opties benadelen de consument onevenredig met de inbreuk terwijl er geen sprake is van een bedreigde solvabiliteit.</p><p>De wetgever heeft reeds enig begrip getoond in het "KB van 16 december 2018" met als motivatie "Overwegende echter dat onder de registraties met kleine bedragen, een groot deel veroorzaakt wordt door nalatigheid en tijdelijke probleemsituaties en geen teken van een bedreigde solvabiliteit is;" waarbij het minimum bedrag van dergelijke melding werd opgetrokken van 25 euro naar 50 euro. Deze wijziging dekt de lading echter volledig niet van de motivatie waardoor er nog veel consumenten die onder deze lading vallen toch uit de boot vallen.</p><p>Daarom is mijn vraag aan de kamer om een aanpassing door te voeren van het "KB van 23 maart 2017 tot regeling van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren (Artikel 8 §1 1°)" voor eerste registraties van negatieve meldingen van bedragen tot 1000 euro te versoepelen om deze versneld of meteen te laten verdwijnen na regularisatie van de wanbetaling. Deze grens van 1.000 euro komt dan overeen met de grens vermeld in WET VII Artikel 77 die een kredietgever ook verplicht om een krediet te weigeren.</p><p><strong>Bronnen:</strong></p><p>•KB 23 maart 2017 - https://etaamb.openjustice.be/nl/koninklijk-besluit-van-23-maart-2017_n2017030159.html (Externe link)</p><p>•KB 16 december 2018 - https://etaamb.openjustice.be/nl/koninklijk-besluit-van-16-december-2018_n2018015422.html (Externe link)</p><p>•WET VII Artikel 77 - https://credit2consumer.be/nl/article/wer-vii-consumentenkrediet#onderafdeling-6---onderzoeksplicht (Externe link)</p><p><br></p>