56_2024-2025/39 - Wijziging van het Wetboek van Belgische nationaliteit
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
56_2024-2025/39 - Wijziging van het Wetboek van Belgische nationaliteit
Auteur: César Bachelet
Aan de Kamer wordt gevraagd het Wetboek van Belgische nationaleit te wijzigen voor burgers die in het buitenland zijn geboren en wiens Belgische ouder in het buitenland is geboren.
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 9 april 2025 heeft de commissie voor Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Justitie en aan de minister van Justitie, belast met Noordzee.
Antwoord van de minister van Justitie, belast met Noordzee (20/06/2025):
ln het regeerakkoord werd niet voorzien in een wijziging van de voorwaarden voor de toekenning van de Belgische nationaliteit aan een kind dat in het buitenland is geboren uit een Belgische ou der die zelf in het buitenland is geboren.
Het zou evenwel gaan om een afwijking van de filosofie van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (hierna: WBN), in werking getreden op 1 januari 1985.
Artikel 8, § 1, 2°, b), van het WBN heeft betrekking op de toekenning van de Belgische nationaliteit aan een kind wanneer het in het buitenland is geboren en minstens een van de ouders Belg is op het tijdstip van de geboorte van het kind, maar ook in het buitenland is geboren. ln dat geval moet die Belgische ouder, binnen een termijn van vijf jaar na de geboorte, een verklaring afleggen waarin hij verzoekt om toekenning van de Belgische nationaliteit aan zijn kind. Vervolgens wordt een akte van nationaliteit opgesteld. Het kind wordt dan Belg op de datum van opmaak van die akte.
Dat deel van artikel 8 is hetzelfde gebleven sedert de inwerkingtreding van het WBN.
Oorspronkelijk voorzag het ontwerp van wetboek erin dat kinderen geboren in het buitenland uit een Belgische ouder die zelf in het buitenland is geboren, Belg konden worden voor zover die Belgische ouder "het bewijs levert dat op het tijdstip van de geboorte van het kind hijzelf of zijri echtgenoot een effectieve band heeft met de Belgische samenleving".
ln zijn advies was de Raad van State evenwel van oordeel dat het "te betwijfelen [valt] of de regeling in de ontworpen paragraaf 1, eerste lid, 2°, b, een geschikt middel is om het oogmerk van de Regering te bereiken. [ ... ] Bovendien lijkt het moeilijk samen te gaan met de rechtszekerheid dat de Belgische nationaliteit uit kracht van afstamming van rechtswege slechts zou worden toegekend nadat is nagegaan of een zo vage voorwaarde ais het bestaan van "een effectieve band met de Belgische samenleving" is vervuld. Indien een zodanig vereiste wordt behouden, zal de administratieve overheid uiteraard genoodzaakt zijn de feiten die een belanghebbende aanvoert, te toetsen, zich over hun relevantie uit te spreken en vele situaties in het onzekere te laten zolang er naar aanleiding van een rechtsgeding geen regeling voor is getroffen. [ ... ] De Raad van State suggereert, de gemachtigden van de Minister zijn het daarmee eens, dat het bewijs van de feitelijke band met België in de onderstelling die in paragraaf 1, 2°, b, voormeld is geformuleerd, uitsluitend zou blijken uit de verklaring die de Belgische ouder van het in het buitenland geboren kind heeft afgelegd gedurende de minderjarigheid van dat kind en binnen een bij de geboorte ingaande termijn die gevoeglijk op vijf jaar bepaald kan worden." (Wetsontwerp betreffende sommige as pecten van de toestand van de vreemdelingen en houdende invoering van het Wetboek van de Belgische nationaliteit, memorie van toelichting, Gedr. St., Kamer, gewone zitting 1983-1984, nr. 756/1, blz. 35-36).
Daarom werd het artikel in het wetsontwerp gewijzigd en opgesteld zoals we het thans kennen. Door de invoering van de verplichting voor de Belgische ouder om een verklaring tot toekenning van de nationaliteit voor zijn kind af te leggen, wil de wetgever zich ervan vergewissen dat dat kind een voldoende belangrijke band met België heeft opdat het opportuun zou zijn hem de Belgische nationaliteit toe te kennen. Met andere woorden, de proactieve aanpak van de ouder om de toekenning van de nationaliteit voor zijn kind aan te vragen, toont een effectieve band aan tussen het gezin en België.
Er moet overigens een onderscheid worden gemaakt tussen de effectieve band met België en de affectieve band ermee. Volgens het WBN kan de affectieve band niet ais basis dienen voor de toekenning van de Belgische nationaliteit.
Er moet overigens worden opgemerkt dat, ingeval het kind geen andere nationaliteit zou bezitten, artikel 8, § 1, 2°, c), van het WBN op hem toepasselijk kan zijn. Dat artikel voorziet erin dat kinderen die in het buitenland zijn geboren uit een Belgische ouder die zelf in het buitenland is geboren, de Belgische nationaliteit toegekend moeten krijgen "op voorwaarde dat het kind geen andere nationaliteit bezit of behoudt tot de leeftijd van achttien jaar of zijn ontvoogding voor die leeftijd". ln dat geval is geen enkele verklaring vanwege de Belgische ouder noodzakelijk. Die nationaliteit is evenwel precair: het kind "behoudt die nationaliteit zolang niet is aangetoond, voordat hij de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of ontvoogd is voor die leeftijd, dat hij een vreemde nationaliteit bezit" (artikel 8, § 1, vierde lid, van het WBN).
Wanneer het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt, kan het bovendien de Belgische nationaliteit verkrijgen door een verklaring af te leggen ais het aan de voorwaarden ervoor voldoet (de artikelen 12bis en 15 van het WBN). De effectieve band die de mogelijkheid biedt de Belgisçhe nationaliteit te verkrijgen, kan dan ook worden vastgesteld wanneer het kind meerderjarig wordt, wanneer het dan wettelijk in België verblijft, het bewijs levert van de kennis van ten minste een van de landstalen en het zijn maatschappelijke integratie bewijst, zulks overeenkomstig artikel 12bis van het WBN.
Deel: