56_2024-2025/10 - Verzoekschrift tot wijziging van wat er verrekend moet worden met het leefloon voor leefloners die onder de spi-vrijstelling werken
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
56_2024-2025/10 - Verzoekschrift tot wijziging van wat er verrekend moet worden met het leefloon voor leefloners die onder de spi-vrijstelling werken
Dag Voorzitter, dag Kamer van Volksvertegenwoordigers,
Allereerst wil ik jullie bedanken voor jullie hard en eervol werk voor onze democratie.
Ik ben Ayron, 23 jaar, leefloonstudent onder OCMW Hasselt en moet zeggen dat OCMW Hasselt alsook de structuren van de sociale zekerheid mij uit zéér veel ellende hebben geholpen, en mij een springplank geven naar een positieve toekomst die ikzelf - met de nodige psychosociale ondersteuning - ben aan het uitbouwen, dus daar nog een woord van dank. Zowel voor de beleidsmakers, alsook de mensen in het veld.
Onder het mom 'leefloonstudent' doe ik ook een studentenjob bij TakeAway, waar ik dus verloning krijg onder een studentenarbeidscontract. Mijn OCMW heeft me geïnformeerd dat sommige compensaties jammer maar helaas moeten verrekend worden met het leefloon, louter en alleen omdat er RSZ van wordt afgehouden. Natuurlijk niet alle compensaties, zoals woon-werkverkeer en dergelijke, maar de wetgeving blijkt zich nog niet hebben aangepast op de 'nieuwe economie' hier.
In mijn persoonlijk geval gaat het om P16 - commissieloon. Dit is het maandelijks loon dat de werkgever uitbetaald op basis van de digitale fooien die ik als maaltijdkoerier ontvang, deze verloning is onderworpen aan RSZ. P47 - premie voor slecht weer betaalt mijn werkgever uit, zeker in deze wintertijden, omdat het werk extra hard (en dus extra waardevol) is, deze premie is onderworpen aan RSZ. P41 - functiepremie, dit betaalt mijn werkgever uit als compensatie voor het gebruik van de eigen telefoon als werkmateriaal, deze premie is onderworpen aan RSZ.
Deze drie verloningen zijn bedoeld als compensatie (voor slechtere arbeidsomstandigheden of eigen werkmateriaal) of extraatje (fooien van klanten). In mijn ogen is het oneerlijk dat dit met het leefloon verrekend moet worden, omdat het voor mij gelijkstaat aan bijvoorbeeld een 'vergoeding woon-werkverkeer'. Ook is het geld van klanten, die mij een extraatje willen geven, al belast. Nu gaat er nog eens RSZ van af, maar klanten weten niet dat het volledig terugvloeit naar algemene belastingmiddelen. Dit is zeker jammer, want die fooien (die al schaars zijn sommige maanden) zijn een mooi instrument waarmee burgers zelf onder elkaar een beetje aan 'redistributief beleid' doen, als ik het zo mag stellen.
Ik verzoek degenen verantwoordelijk voor POD Maatschappelijke Integratie dan zeker ook dit beleid te herbekijken en de richtlijnen voor verrekening aan te passen aan onze hedendaagse economie. In mijn persoonlijk belang zou het goed zijn als deze drie worden herbekeken, maar ik wil verder gaan dan mijn belang: gelieve de hele verrekening onder de loep te nemen en te bekijken wat er wel of niet verrekend moet worden, aangepast aan onze hedendaagse economie. De spi-vrijstelling is immers een mooi instrument om mensen, ook leefloonstudenten, te activeren, maar door de verrekeningen eerlijker te maken vermoed ik dat véél leefloners hun motivatie verhoogd zal worden (naast de verplichte activatie, natuurlijk).
Bedankt om mijn betoog te hebben gelezen.
Met zeer vriendelijke groeten Ayron
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 17 december 2024 heeft de commissie voor Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen en aan de minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris.
Antwoord van de minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid (10/09/2025):
Antwoord op uw vraag omtrent verrekening van bepaalde vergoedingen bij leefloon
Beste Ayron,
Hartelijk dank voor uw brief en voor het delen van uw persoonlijke ervaringen als leefloonstudent en werknemer. Uw erkenning van het werk van het OCMW en onze sociale zekerheid wordt zeer gewaardeerd, net als uw constructieve suggesties.
Momenteel geldt de socio-professionele vrijstelling (SPI-vrijstelling) om mensen met maatschappelijke integratie te stimuleren werk op te nemen of een opleiding te volgen. Bij de berekening van het leefloon wordt vandaag een forfaitair bedrag van 309,48 euro per maand (cijfer van 1 februari 2025) vrijgesteld, gedurende maximaal drie jaar binnen een periode van zes jaar. Dit forfaitaire bedrag geldt voor alle beroepsinkomsten samen, waaronder ook looncomponenten zoals uurloon, commissieloon (bijvoorbeeld fooien), weerspremies, etc. Deze worden samengeteld en pas daarna wordt het vrijstellingsbedrag toegepast. De telefoonvergoedingen en andere terugbetalingen van kosten worden vrijgesteld van de berekening.
Ik begrijp uw punt dat bepaalde RSZ-plichtige vergoedingen, zoals commissies of weerspremies, in de praktijk eerder bedoeld zijn als compensaties dan als 'extra loon'. Echter voorziet de huidige regelgeving geen onderscheid in behandeling voor deze vergoedingen.
Uw voorstel om ook deze RSZ-plichtige vergoedingen deels of geheel vrij te stellen raakt aan een bredere beleidsmatige discussie over het karakter en de stimulans van de SPI-regeling.
Het is ondertussen aangekondigd dat ik als minister van Asiel, Migratie en Maatschappelijke Integratie, samen met de minister bevoegd voor Sociale Zaken en Armoedebestrijding, de forfaitaire SPI-vrijstelling zal vervangen door een getrapt systeem. Dit nieuwe systeem moet meer werk lonend maken, vooral bij een hogere arbeidsinzet. Tegelijkertijd wordt de maximale duur van de vrijstelling teruggebracht van drie naar twee jaar om sneller doorstroom naar voltijdse tewerkstelling te bevorderen.
Uw concrete voorbeelden en bekommernissen zullen worden meegenomen bij de verdere uitwerking van deze hervorming.
Nogmaals dank voor uw constructieve bijdrage en open getuigenis. Ik wens u veel succes met uw studies, werk en toekomst.
Hoogachtend,
Anneleen Van Bossuyt
Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid
Deel: