Regelgeving
- Belgische Grondwet
- Wet van 2 mei 2019 betreffende de bij de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediende verzoekschriften
- Wet van 16 november 2022 tot wijziging van de wet van 2 mei 2019 betreffende de bij de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediende verzoekschriften, teneinde de in het buitenland verblijvende Belgen de mogelijkheid te bieden om een verzoekschrift te steunen
- Wet van 29 november 2022 tot wijziging van de wet van 2 mei 2019 betreffende de bij de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediende verzoekschriften betreffende de invoering van een standaardformulier van het verzoekschrift om gehoord te worden
- Geconsolideerde versie petitiewetgeving
- Wet van 22 maart 1995 tot instelling van de federale ombudsmannen - Geconsolideerde wetgeving (Gewijzigd bij de wet van 5 februari 2001, B.S. 23 maart 2001; de wet van 11 februari 2004, B.S. 29 maart 2004; de wet van 23 mei 2007, B.S. 20 juni 2007; de wet van 15 september 2013, B.S. 4 oktober 2013 en bij de wet van 20 januari 2014, B.S. 3 februari 2014, err. B.S. 13 februari 2014)
- Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers
Belgische Grondwet
Artikel 28
Ieder heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, bij de openbare overheden in te dienen. Alleen de gestelde overheden hebben het recht verzoekschriften in gemeenschappelijke naam in te dienen.
Artikel 57
Het is verboden in persoon aan de Kamers verzoekschriften aan te bieden. De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft het recht de bij haar ingediende verzoekschriften naar de ministers te verwijzen. De ministers zijn verplicht omtrent de inhoud uitleg te verstrekken, zo dikwijls als de Kamer het eist.