55_2022-2023/50b - Verzoekschrift houdende uitbreiding van de constitutieve autonomie van de Gemeenschappen
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
55_2022-2023/50b - Verzoekschrift houdende uitbreiding van de constitutieve autonomie van de Gemeenschappen
Auteur: Joseph Cassimons
Verzoekschrift houdende uitbreiding van de constitutieve autonomie van de Gemeenschappen dermate dat de Gemeenschappen, zonder enige bemoeienis van de Kamer of van de federale Regering, ieder voor zich, de vrijheid hebben hun eigen verkiezingen te regelen, zowel die van hun Parlementen als van hun Regeringen, evenals de samenstelling en de werking ervan.
1. Op dit ogenblik kan enige mogelijke uitbreiding van de constitutieve autonomie van de deelstaten in het actuele federale België, zoals hierboven omschreven, niet zonder een bijzondere meerderheid in de federale Kamer.
Art. 118.
§ 1. De wet regelt de in artikel 116, § 2, bedoelde verkiezingen, evenals de samenstelling en de werking van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen. Behoudens voor het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, wordt deze wet aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid.
§ 2. Een wet, aangenomen met de meerderheid bepaald in artikel 4, laatste lid, duidt de aangelegenheden aan betreffende de verkiezing, de samenstelling en de werking van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, van het Parlement van de Vlaamse Gemeenschap, het Parlement van de Franse Gemeenschap en het Parlement van het Waalse Gewest, welke door de Parlementen, elk voor zich, bij decreet of bij een in artikel 134 bedoelde regel worden geregeld, naar gelang van het geval. Dat decreet en deze in artikel 134 bedoelde regel moeten worden aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het betrokken Parlement aanwezig is.
De in het eerste lid bedoelde wet voorziet in bijkomende meerderheidsvoorwaarden wat het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreft.
Een wet duidt de aangelegenheden aan betreffende de verkiezing, de samenstelling en de werking van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, welke door dit Parlement bij decreet worden geregeld. Dat decreet moet worden aangenomen met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het Parlement aanwezig is.
De in het eerste of in het derde lid bedoelde wet, naar gelang van het geval, kan de Gemeenschaps- en Gewestparlementen de bevoegdheid toevertrouwen om elk voor zich, bij decreet of bij een in artikel 134 bedoelde regel, naar gelang van het geval, de duur van hun zittingsperiode en de datum van de verkiezing van hun Parlement te regelen. Dat decreet en die in artikel 134 bedoelde regel moeten worden aangenomen met de meerderheden bedoeld in het eerste tot het derde lid.
2. De bij art. 118 in het vooruitzicht gestelde wet is de Bijzondere Wet van 8 augustus 1980 houdende hervorming der instellingen geworden.
2.1. Beginnend bij de samenstelling van de “raden”, leest haar artikel 24 als volgt.
§ 1. Het Vlaams Parlement bestaat uit :
1° 118 rechtstreeks gekozen leden;
2° 6 leden die hun woonplaats op het grondgebied van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest hebben en in die hoedanigheid rechtstreeks verkozen zijn in overeenstemming met artikel 30, § 1, eerste lid
Het Vlaams Parlement kan bij decreet de aantallen bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, wijzigen en aanvullende samenstellingsregels bepalen. Het aantal leden bedoeld in het eerste lid, 2°, moet steeds gelijk zijn aan de verhouding van 6 tot 118 van het aantal leden bedoeld in het eerste lid, 1°. Indien het met toepassing van dit lid verkregen aantal geen geheel getal is, wordt de overblijvende fractie afgerond tot de eenheid of weggelaten naar gelang zij de helft van de eenheid bereikt of niet.
§ 2. Het Waals Parlement bestaat uit 75 rechtstreeks gekozen leden.
Het Waals Parlement kan bij decreet het aantal bedoeld in het eerste lid wijzigen en aanvullende samenstellingsregels bepalen.
§ 3. Het Parlement van de Franse Gemeenschap bestaat uit :
1° 75 leden van de het Waals Parlement;
2° 19 leden gekozen uit en door de Franse taalgroep van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement bedoeld in artikel 23 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.
Het Parlement van de Franse Gemeenschap kan, bij decreet, de aantallen bedoeld in het eerste lid, 1° en 2°, wijzigen en aanvullende samenstellingsregels bepalen. Het aantal leden bedoeld in het eerste lid, 2°, moet steeds gelijk zijn aan de verhouding van 19 tot 75 van het aantal leden bedoeld in het eerste lid, 1°. Indien het met toepassing van dit lid verkregen aantal geen geheel getal is, wordt de overblijvende fractie afgerond tot de eenheid of weggelaten naar gelang zij de helft van de eenheid bereikt of niet.
Indien, als gevolg van de toepassing van het vorenstaande lid, het Parlement van de Franse Gemeenschap niet alle leden van de het Waals Parlement omvat, regelt het Parlement van de Franse Gemeenschap bij decreet op grond van objectieve regelen en in verhouding tot het stemcijfer van de lijsten behaald bij de verkiezingen van het Waals Parlement de wijze waarop de leden van het Waals Parlement worden gekozen om deel uit te maken van het Parlement van de Franse Gemeenschap en de wijze waarop het aantal mandaten dat aan elke fractie toekomt, wordt bepaald.
§ 4. Indien het Waals Parlement het aantal van zijn leden verhoogt zodat het Parlement van de Franse Gemeenschap niet alle leden van het Waals Parlement omvat, bepaalt het Waals Parlement op grond van objectieve regelen en in verhouding tot het stemcijfer van de lijsten behaald bij de verkiezingen van het Waals Parlement tegelijk het aantal van degenen die deel uitmaken van het Parlement van de Franse Gemeenschap, alsook de wijze waarop zij worden gekozen en verdeeld over de fracties; het Parlement van de Franse Gemeenschap past in overeenstemming daarmee het aantal van zijn leden aan om de verhouding bedoeld in § 3, tweede lid, in acht te nemen.
2.2. De navolgende artikelen (tot en met 91bis) bepalen dan verdere bijzonderheden over de samenstelling van de “raden”, de organisatie van de verkiezingen, de parlementaire vergoedingen, de werking van die “raden”, en over de Regeringen ( samenstelling, werking, bevoegdheden, diensten en onderwijspersoneel), daarbij regelmatig andere voorzieningen treffende of in het vooruitzicht stellende, afhankelijk van de bestaande “federale entiteiten”, zoals trouwens reeds aangevat met het zo net overgenomen art. 24 ( de verschillen tussen §§1 en 3 inzake de samenstelling van de daar omschreven parlementen).
3. In enkele federale staten (VSA, Zwitserland bv) hebben de federale entiteiten die bevoegdheid wel.
De manier waarop hun deelstaatinstellingen worden samengesteld zijn dus in meerdere of mindere mate divers. Ze hebben trouwens meestal ieder hun eigen grondwet.
Hierbij dient wel opgemerkt dat de twee voormelde federale staten een omgekeerde staatsrechtelijke evolutie hebben gekend dan België: van traditionele internationale publiekrechtelijke confederaties naar federale constellaties.
Maar federale staten zijn er nu eenmaal van alle soorten en schakeringen.
4. In België, volgens de grondwet een federale staat (art.1), reikt de constitutieve autonomie van de entiteiten niet zo ver. Een bijzondere meerderheid, in de federale Kamer (art.4, lle. lid), moet ermee akkoord gaan de reeds bestaande constitutieve autonomie aan te passen, c.q. ook uit te breiden.
Concreet betekent zulks onder meer dat de helft van de Franse taalgroep in de Kamer akkoord moet gaan opdat de Vlaamse Gemeenschap haar eigen democratische instellingen anders kan ordenen dan thans het geval is. Eénzelfde inmenging geldt ook andersom.
5. De rechtstreekse verkiezing van de verschillende Uitvoerende Machten van de federale entiteiten door de burgers laat ik in dezer nu buiten beschouwing: op dit ogenblik is een dergelijke verkiezing niet expliciet voorzien door de grondwet, maar er ook evenmin expliciet door verboden.
4.1. Wat niet uitsluit dat sommige Belgische deelstaten, eens zij de autonomie hebben verkregen om vrij over hun politieke instellingen te mogen beschikken, hun Parlementen dergelijke verkiezingen wel zouden kunnen voorzien en organiseren.
6. Ik spits mij dan ook toe op de reeds bestaande Parlementen van de deelstaten, en hun grondgebied.
6.1. Maar niet op de beide bestaande soorten van deelstaten, en hun grondgebieden.
Enkel op het grondgebied van de drie Gemeenschappen en hun respectieve Parlementen: de Duitstalige Gemeenschap, de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap (in Franstalige middens Fédération Wallonie Bruxelles genoemd, een benaming die weliswaar in de Belgische grondwet nergens is terug te vinden).
Waarom worden de drie bestaande Gewesten dan buiten gesloten?
6.2. Zo u ermee rekening houdt dat onderstaande redeneringen en argumentaties niet opgaan voor de Duitstalige Gemeenschap - België in de schoot geworpen in 1919 als tweede keuze ter vergoeding van het eindresultaat van WO I - : in de federale Kamer bestaat er geen Duitse taalgroep, in de federale administraties geen Duits taalkader, ….., is de uitsluiting van de Gewesten als volgt verantwoord.
6.2.1. Qua grondgebieden waarop hun regelgevingen van toepassing zijn, zijn deze van de Gemeenschappen uitgestrekter en meer bevolkt dan die van de Gewesten: ipso facto sluiten ze inzake Gemeenschapsbevoegdheden het grondgebied van het Brussels Gewest in. De bijzondere regelingen via de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie brengen geen verandering aan voornoemde ruimere afbakening van hun grondgebied dan dat van de Gewesten.
6.2.2. De federale Kamer kent een Nederlandse en een Franse taalgroep. Geen Brusselse taalgroep, een West-Vlaamse of een Luikse.
6.2.3. Andere talen dan het Nederlands en het Frans (Duits nu buiten beschouwing latend) zijn wettelijk niet erkend als publieke omgangstalen. Het zijn en blijven er drie, tenzij de toekomst ons een andere en thans onbekende taalsituatie zal voorschotelen.
6.2.3.1. Naar het verre en meer nabije verleden terugkijkend, had het volledig anders kunnen verlopen: volledige verfransing of volledige tweetaligheid.
Maar daar hebben we nu geen boodschap meer aan.
Wel uitzondering gemaakt voor mijns inziens minstens twee belangrijke voorvallen die nu nog steeds het “samenleven” van de twee grootste taalgemeenschappen niet ten goede komen.
a) Het niet meer bestaan sinds einde jaren 60, begin jaren 70 van unitaire traditionele partijen.
b) In 1975, toen de toenmalige Conseil culturel de la Communauté culturelle française op 30 januari een decreet aannam, als eerste van enkele andere die later zouden volgen, en waarbij het Nederlands (de taal van de meerderheid van de Belgen) niet meer als eerste verplichte moderne taal, andere dan de moedertaal, het Frans, in het Waals onderwijs hoefde onderwezen te worden.
Ik citeer het decreet volledig, zowel het opschrift als het enige artikel:
…. portant modification de l’article 9 de la loi du 30 juillet 1963 concernant le régime linguistique dans l’enseignement, stipulant
L'article 9 de ]a loi du 30 juillet 1963 concernant le régime linguistique dans l'enseignement est modifié comme suit:
au deuxième alinéa, les mots «dans la région de langue française, le néerlandais; elle peut être l'allemand dans les arrondissements de Verviers, Bastogne, et Arlon"
sont remplacés par les mots: "dans la région de langue française le néerlandais, l'allemand ou l'anglais."
En ondanks een oproep destijds van Minister Laurette Onkelinx, in 1996, “Tous les élèves seront bilingues au sortir du secondaire en 2001”, werd onder andere voormeld Decreet van 30 januari 1975 nog steeds niet ingetrokken of minstens niet aangepast
6.2.4. Gewesten, met bevoegdheden die geen persoonsgebonden materies betreffen, mogen en kunnen er in theorie steeds “bijgemaakt” worden. Er zijn binnen de thans bestaande “Gewestgrondgebieden” (en dus automatisch, ook binnen de bestaande “Gemeenschapsgrondgebieden” ) voldoende demografische, geografische en
socio-economische verschillen aanwezig om een aannemelijk ruimere indeling te verdedigen.
6.2.4.1. Op dit ogenblik is bv het Vlaamse Gewest ingedeeld in 17 bestuursregio’s, evenwel zonder enige wetgevende of regelgevende bevoegdheid. Op mogelijke nieuwe feiten of verdere evolutie, wens ik evenwel niet vooruit te lopen.
6.2.5. Enkele vergelijkingspunten met een ander Europees land waar meerdere talen officieel erkend zijn, de Confoederatio Helvetica (maar sinds 1848 de jure een federatie).
België (11,59 miljoen inwoners in 2021) heeft een oppervlakte van 30.688 km², en is ingedeeld (om het eenvoudig te maken) in 3 Gemeenschappen en in 3 Gewesten.
De Zwitserse federatie (8,703 miljoen inwoners in 2021) telt 26 deelstaten, kantons genoemd, die sterk in grootte van elkaar verschillen. Voor een oppervlakte van 41.285 km².
7. Procedurele toelichting.
Ik wens hier, in het verzoekschrift zelve, gemakshalve te herhalen wat ik reeds in de begeleidende brief aan de Voorzitster van de Kamer van Volksvertegenwoordigers heb gemeld.
Zo de afhandeling door de Kamer, van dit nieuwe verzoekschrift, gunstig zou uitvallen en dus een positief antwoord zou krijgen ten voordele van een uitbreiding van de constitutieve autonomie van de Gemeenschappen zoals gevraagd, volgt daaruit automatisch het verval van de behandeling van mijn initieel verzoekschrift van 29 juni 2023, naar de Kamer op 12 juli 2023 doorgestuurd vanwege de diensten van het Vlaams Parlement.
In het omgekeerde geval, blijft mijn initieel verzoekschrift onverminderd gelden, maar slechts ten voordele van een uitbreiding van de constitutieve autonomie in hoofde van de Vlaamse Gemeenschap.
Ook al zou ik mij mentaal in de plaats kunnen stellen van een fundamenteel federaal denkende burger van de Franse of van de Duitstalige Gemeenschap, kan ik mezelf onmogelijk beschouwen als behorend tot één van diezelfde Gemeenschappen, bij het stellen van concrete handelingen, zoals het indienen van een verzoekschrift waarbij andere Gemeenschappen dan de Vlaamse het onderwerp uitmaken.
Ook al zou ik voor beide andere Gemeenschappen een gelijkaardige uitbreiding van hun respectieve constitutieve autonomie kunnen en willen bepleiten.
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 4 oktober 2023, heeft de commissie voor Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor
Grondwet en Institutionele Vernieuwing, aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing
en aan de vice-eersteminister en minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing.
Antwoord van de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing en van de vice-eersteminister en minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing (22/11/2023):
Voorstellen betreffende verkiezingsaangelegenheden (meerderheidsstelsel, gedeeltelijke verkiezingen, regeringsverkiezingen) en het voorstel betreffende de constitutieve autonomie van de Gemeenschappen moeten door een bijzondere wet geregeld worden.
Om een bijzondere wet aan te nemen, is een bijzondere meerderheid vereist. Dit betekent een meerderheid van stemmen binnen elke taalgroep en bovendien een tweederdemeerderheid.
Momenteel voorziet het Regeerakkoord geen wijzigingen op dit gebied.
Deze petitie is vervallen als gevolg van de ontbinding van de Kamer op 8 mei 2024.
Deel: