55_2022-2023/30 - Openheid voor meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen bij het aanstellen van door de staat bezoldigde bedienaren van de erediensten
Pétitions
55_2022-2023/30 - Openheid voor meer gelijkheid tussen vrouwen en mannen bij het aanstellen van door de staat bezoldigde bedienaren van de erediensten
Het doel van deze petitie is het wegnemen van belemmeringen voor meer gelijkheid van rechten m.b.t. door de staat bezoldigde zielzorgers.
Op grond van art. 181 van de Grondwet bezoldigt de staat zielzorgers van “erkende erediensten” (“bedienaren der erediensten”) en levensbeschouwelijke gemeenschappen. Zoals altijd dient hij daarbij art. 10, lid 3 van de grondwet na te leven dat hem verplicht de gelijkheid van vrouwen en mannen te waarborgen. Feitelijk wordt deze waarborg echter ingeperkt doordat de godsdienstige en levensbeschouwelijke gemeenschappen omwille van de vrijheid van godsdienstuitoefening over een hoge mate van autonomie beschikken in de keuze van de betrokken zielzorgers. Het is voor de staat dan ook niet mogelijk om via eigen regelgeving gelijke rechten te waarborgen bij de benoemingen op de door hem bezoldigde plaatsen. Aan de andere kant spreekt het eveneens vanzelf, dat de staat geen regels mag uitvaardigen die wettelijk of tenminste feitelijk op grond van bekende omstandigheden de mogelijkheden van een godsdienstige of levensbeschouwelijke gemeenschap beperken om mannen en vrouwen gelijkelijk toe te laten voor door de staat bezoldigde functies.
Precies dit is echter het feitelijke gevolg van de huidige formulering van art. 26 van de wet van 2 augustus 1974 betreffende de wedden van de titularissen van sommige openbare ambten, van de bedienaars van de erkende erediensten en van de afgevaardigden van de Centrale Vrijzinnige Raad (hierna “bezoldigingswet”). Deze bepaling maakt met betrekking tot de Rooms-Katholieke Kerk een onderscheid – met dezelfde wedde – tussen pastoor (curé), kerkbedienaar (desservant), kapelaan (chapelain), onderpastoor (vicaire) en parochieassistent (assistant paroissial). Door deze onderscheiding worden ook concrete plaatsen toegekend voor een van deze categorieën, waardoor de kerk bijvoorbeeld op een plaats van onderpastoor geen parochieassistent kan benoemen. Aangezien, zoals bekend, de Rooms-Katholieke Kerk leert dat alleen mannen de priesterwijding kunnen ontvangen, betekent dit in feite dat op deze plaatsen, behalve dan die van parochieassistent, geen vrouwen kunnen worden benoemd.
Er zijn echter tal van voorbeelden in het binnen- en buitenland van vrouwen die in deze kerk taken op zich nemen die vroeger (vrijwel) uitsluitend door priesters werden uitgevoerd, zoals woorddienst, toediening van het sacrament van doopsel of uitvaartplechtigheden. In Oostenrijk leiden leken parochies als “parochieassistenten” samen met een voor meerdere parochies aangestelde priester, de “parochiemoderator”. Om nog maar te zwijgen over de individuele zielzorg.
Opdat de Rooms-Katholieke Kerk op open plaatsen vrouwen of niet-binaire mensen zo probleemloos mogelijk zou kunnen benomen, dienen in art. 26 van de bezoldigingswet daarom de bovengenoemde categorieën van pastoor, kerkbedienaar, kapelaan, onderpastoor en parochieassistent te worden vervangen door één enkele categorie – bijv. “parochiebedienaar” (ministre paroissial).
Hetzelfde zou moeten gelden voor de categorieën van pastoor-deken (curé-doyen), bedienaar (desservant) en onderpastoor (vicaire) in de Orthodoxe Kerk (Art. 27bis van de bezoldigingswet).
Een overgangsbepaling zou moeten bepalen dat alle bestaande plaatsten van pastoor, kerkbedienaar, kapelaan, onderpastoor en parochieassistent (of pastoor-deken, bedienaar en onderpastoor voor de Orthodoxe Kerk) dienen te worden beschouwd als plaatsen van parochiebedienaar en dat benoemingen op die plaatsen zonder de vroegere onderscheidingen kunnen geschieden.
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 4 oktober 2023 heeft de commissie voor de Verzoekschriften dit verzoekschrift overgezonden aan de commissie voor Justitie en aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee.
Deze petitie is vervallen als gevolg van de ontbinding van de Kamer op 8 mei 2024.
Deel: