55_2022-2023/20 - Voorstel to normalisering van vergoedingen, lonen, en pensioenen voor (oud-) kamerleden

Voorstel om het totaal aan lonen, vergoedingen en pensioenen voor (oud-) kamerleden of voorzitters) tot een maximumbedrag te beperken. Stel dit maximum brutobedrag bij voorkeur gelijk aan:

1. voor zittende kamerleden: het maximum dat een werkloosheidsuitkering kan bedragen.
2. voor oud-kamerleden op pensioen: het maximum dat een ambtenarenpensioen kan bedragen.

Schaf alle andere (uittredings-)vergoedingen en toelagen af.

Motivatie:

De huidige wirwar aan lonen, onkosten- en uittredingsvergoedingen die (oud-)kamerleden en (oud-)kamervoorzitters ontvangen is voor de doorsnee burger erg ondoorzichtig. Ook is het opgetelde bedrag van deze vergoedingen véél hoger dan wat de meeste burgers ooit in hun leven als loon of pensioen zullen ontvangen.

Een verlaging en vereenvoudiging van deze vergoedingen zal ertoe bijdragen dat de schade aan het vertrouwen in de kamer in het bijzonder en de politiek in het algemeen gedeeltelijk kan hersteld worden, wat essentieel is voor een goed werkende democratie.

Het gebruik van (maximum) werkloosheidsuitkeringen en ambtenarenpensioenen garandeert een méér dan leefbaar loon en legt de link met de bedragen waarop een 'gewone burger' recht zou kunnen hebben.

Het indienen van dit voorstel als onpartijdige petitie is bedoeld om het tribalistisch stemmen (bijvoorbeeld: tégen een voorstel van een andere partij, tégen de meerderheid, tégen de oppositie) te voorkomen.