55_2021-2022/80 - Meer middelen voor aanklagers, zodat er geen zaken meer zonder gevolg worden geklasseerd
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
55_2021-2022/80 - Meer middelen voor aanklagers, zodat er geen zaken meer zonder gevolg worden geklasseerd
Geef meer middelen aan justitie, meer specifiek aan officieren van justitie en openbare aanklagers. Veel te veel gevallen worden zonder reden onbehandeld gelaten. De slachtoffers blijven in hun gevoel van onrechtvaardigheid omdat het OM niets doet, ook niet als de aanvallers bekend zijn. Elk jaar verschijnen er artikelen over het feit dat steeds meer dossiers worden afgesloten zonder opvolging... Sommige dossiers worden niet eens onderzocht. Hier moeten we een einde aan maken want het onrecht neemt alleen maar toe en de agressors vinden dat alles mag.
Voorbeeld: we hebben 6 klachten ingediend bij de politie. De aanklager van de koning classificeerde de 6 zonder verdere actie. Ik werd mishandeld door mijn moeder en mijn broer en de klacht werd afgewezen om de volgende reden: "De dader en het slachtoffer hebben een specifieke relatie", onvoldoende beschuldigingen,... en in feite worden de dossiers niet eens onderzocht.
Voorgestelde oplossing: geef meer financiële middelen om meer personeel aan te nemen. Verplicht de aanklagers van de koning om te streven naar 0 dossiers die zonder follow-up worden afgesloten. Of in ieder geval in alle provincies een systeem van boetes instellen voor bepaalde misdrijven, zoals in de provincie Namen waar het openbaar ministerie een akkoord heeft bereikt met verschillende gemeenten om een boetesysteem in te voeren voor bepaalde misdrijven zoals vechten, schade aan eigendommen van anderen ,…. Zie https://www.om-mp.be/fr/votre-mp/parquets-procureur-roi/namur/sanctions-administratives-communales
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 9 april 2025 heeft de commissie voor Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Justitie en aan de minister van Justitie, belast met Noordzee.
Antwoord van de minister van Justitie, belast met Noordzee (28/05/2025):
De beslissing voor het openbaar ministerie om te vervolgen of niet is een belangrijk aspect van de uitoefening van de strafvordering.
ln ons land geldt het stelsel van de opportuniteit van vervolgingen en kan er inderdaad om opportuniteitsredenen worden beslist om geen vervolgingen in te stellen.
Dit gebeurt rekening houdend met de richtlijnen van strafrechtelijk beleid op basis waarvan het openbaar ministerie oordeelt over de opportuniteit van de vervolging (art. 28quater Wetboek van Strafordering). Ais het openbaar ministerie beslist geen vervolgingen in te stellen, wordt gezegd dat het de zaak seponeert of zonder gevolg klasseert.
De beslissing te vervolgen of te seponeren is van fundamentele aard. Het opportuniteitsbeginsel biedt de gelegenheid de voor- en de nadelen van het instellen van vervolgingen voor de gemeenschap in het algemeen en voor de verdachte en zijn omgeving in het bijzonder tegen elkaar af te wegen, al is er voldoende bewijs van een strafbaar feit. Zowel elementen eigen aan de zaak (bv. het geringe belang van de feiten) ais aan de persoonlijkheid van de verdachte (bv. de afwezigheid van vroegere veroordelingen) kunnen een beslissing tot seponeren rechtvaardigen.
De hantering van het opportuniteitsbeginsel houdt echter ook het gevaar in dat bepaalde personen vervolgd worden en anderen, in nochtans vergelijkbare omstandigheden, niet. De petitie is van oordeel dater te veel zaken zouden worden geklasseerd zonder gevolg.
Het is omwille van die reden dater ook controle is voorzien over de beslissing tot seponeren of vervolgen
De controlemaatregelen over het hanteren van het opportuniteitsbeginsel door het openbaar ministerie zijn de volgende:
-de concentratie van de uitoefening van de strafvordering in handen van de procureur generaal bij het hof van beroep (art. 143 Gerechtelijk Wetboek; art. 249,250 en vooral 364 Wetboek van Strafvordering), die hiërarchisch boven de procureur des Konings staat;
-de mogelijkheid voor de minister van Justitie om aan de procureur-generaal bij het hof van beroep bevel te geven vervolgingen in te stellen (het zgn. 'positief injunctierecht') (art. 364 Wetboek van Strafvordering);
-de mogelijkheid voor de benadeelde zich burgerlijke partij te stellen bij de onderzoeksrechter (art. 63 Wetboek van Strafvordering) of rechtstreeks te dagvaarden bij het vonnisgerecht (art. 145 en 182 Wetboek van Strafvordering);
-de mogelijkheid voor de kamer van inbeschuldigingstelling om ambtshalve vervolgingen te gelasten (art. 235 Wetboek van Strafvordering).
Het is ook zo dat de al deze controlemiddelen bestaan met ais doelstelling het instellen van de strafvordering, en nooit om ze tegen te houden (zo bijvoorbeeld beschikt de minister van Justitie niet over een zogenaamd 'negatief injunctierecht': hij kan niet verbieden te vervolgen).
Op basis van artikel 23 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties kan ook een protocolakkoord afgesloten worden tussen de bevoegde procureur des Konings en het college van burgemeester en schepenen om bepaalde strafbare feiten af te handelen via een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS). Concreet betekent dit dat wanneer een strafbaar feit ais bedoeld in de wet is gepleegd, de dader is geïdentificeerd en het bewijs is verzameld, het openbaar ministerie aan de gemeente die een protocolakkoord heeft ondertekend de mogelijkheid delegeert om een sanctie op te leggen, zoals een bestuurlijke boete, die wordt voorgesteld door een gemeentelijke sanctionerende ambtenaar.
Deel: