55_2021-2022/59 - Maatregelen tegen de krapte op de arbeidsmarkt
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
55_2021-2022/59 - Maatregelen tegen de krapte op de arbeidsmarkt
Auteur: Lars Tanésy
N.a.v. het vierpuntenplan van Voka tegen krapte op arbeidsmarkt en het 8-puntenplan van N-VA, hierbij een uitbreiding.
Voor de volledige tekst: zie bijlage.
Opmerking van de diensten van de Kamer: de petitie werd oorspronkelijk aan het Vlaams Parlement gericht en gaat gedeeltelijk over regionale bevoegdheden.
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 7 juni 2022 heeft de commissie voor de Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken, aan de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen, aan de commissie voor Landsverdediging, aan de commissie voor Justitie, aan de commissie voor Gezondheid en Gelijke Kansen, aan de commissie voor Financiën en Begroting, aan de commissie voor Economie, Consumentenbescherming en Digitale Agenda, aan de vice-eersteminister en minister van Economie en Werk, aan de minister van Defensie, aan de minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris, aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, aan de vice-eersteminister en minister van Justitie en Noordzee, aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding, aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met de Nationale Loterij, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, aan de staatssecretaris voor Relance en Strategische Investeringen, belast met Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de minister van Economie en Werk en aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.
Antwoord van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing (19/07/22):
ln het derde punt haalt u aan dat aile volwassen asielzoekers zich zouden moeten inschrijven bij de VDAB of een studie beginnen. ln mijn beleidsverklaring heb ik ook het belang van activering en competentieverwerving van asielzoekers sterk bepleit.
Zoals reeds aangegeven, is asiel en migratie een belangrijk departement dat gaat over samenleven. Dat betekent dat we de pauzeknop in het leven van verzoekers om internationale bescherming niet langer kunnen blijven induwen. Daarom blijft de activering van nieuwkomers in onze samenleving een van de speerpunten van ons beleid. Een activering van verzoekers en het inzetten op competentieverwerving is een meerwaarde voor iedereen. De verzoeker wint aan zelfstandigheid, zet eerste stappen naar een leven in België of verwerft vaardigheden die ook bij een terugkeer naar het land van herkomst goed van pas kunnen komen. Op die manier draagt de verzoeker ook bij aan de samenleving, ais actieve burger. ln tijden van een krapte op de arbeidsmarkt ls dit meer dan welkom.
We bouwen daarom verder aan concrete partnerschappen met werkgevers om een eenvoudige toeleiding naar de arbeidsmarkt te faciliteren. Daarvan plukken we al de eerste vruchten op het terrein, bllvoorbeeld in de bouwsector. Maar activering gaat verder dan alleen tewerkstelling, er wordt ook werk gemaakt van een gemeenschapsdienst en opleidingen. Steeds op maat van de verzoeker in kwestie. Hiervoor wordt ook een projectoproep uitgeschreven en versterken we de samenwerking met de regionale arbeidsbemiddelingsdiensten. Binnen de lMC Migratie & lntegratle trachten we met aile bevoegde overheden ook de drempels weg te werken.
Antwoord van de minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie, belast met Personen met een handicap, Armoedebestrijding en Beliris (23/09/22):
Ik heb de petitie nr. 55_2021-2022/59 van de heer Lars Tanésy goed ontvangen en met aandacht bestudeerd.
Ik ben echter tot de conclusie gekomen dat de 50 punten die in deze petitie voorkomen niet onder mijn bevoegdheid vallen. Het gaat over maatregelen op de arbeidsmarkt en in het fiscale stelsel.
Wat de pensioenleeftijd van het spoorwegpersoneel betreft, werd die vraag reeds aan de sociale partners voorgelegd.
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met de Coördinatie van de fraudebestrijding, aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met de Nationale Loterij (06/11/24):
“Geachte Heer Tanésy,
Ik ontving uw verzoekschrift van 7 maart 2022 dat mij werd doorgezonden door de Kamer van Volksvertegenwoordigers.
De Kamer heeft de minister verzocht om op een aantal van uw voorstellen te reageren voor zover zij onder zijn bevoegdheid vallen.
1. De lasten op inkomsten uit arbeid
De hoge lasten op arbeid werken in België al een aantal jaren als een rem op de activiteitsgraad.
De OESO doet regelmatig onderzoek naar de belastingdruk in de ontwikkelde Westerse landen en zegt dat de belastingdruk in België voor een alleenstaande zonder kinderen 53% bedraagt. Dit is de hoogste belastingdruk van alle OESO-lidstaten. De gemiddelde belastingdruk voor deze belastingplichtigen binnen de OESO ligt op 34,6%. Ook gezinnen ervaren volgens dezelfde studie hogere lasten op arbeid dan in de ons omringende landen.
Deze handicap zorgt ervoor dat mensen ontmoedigd worden om voltijds te gaan werken. Een aantal belastingplichtigen zoeken naar ontsnappingsroutes voor de veel te hoge lasten op arbeid. Overwerk, nachtwerk of andere extra prestaties worden eveneens zeer zwaar belast. De hoge belastingdruk is voor een aantal werkgevers een hinderpaal om hun personeel beter te kunnen belonen voor flexibele werkuren zoals nachtwerk en weekendwerk.
Om daar iets aan te veranderen, stelde de minister in de zomer van 2022 zijn Blauwdruk voor een Bredere Fiscale Hervorming voor. U kan deze consulteren op zijn website: https://smex-ctp.trendmicro.com:443/wis/clicktime/v1/query?url=https%3a%2f%2fvanpeteghem.belgium.be%2fsites%2fdefault%2ffiles%2farticles%2fBlauwdruk%2520NL.pdf&umid=061999ee-8dde-4408-8fc4-a52d4594ec41&auth=58a9905a199d5c9e90e1c190a8be884e9bc5e126-fe4b15dd5a35c75e97e235c9ad0b74babcc38f76.
De minister is van mening dat de lasten op arbeid gevoelig kunnen dalen, zodat België niet langer de belastingkampioen van het Westen zou zijn.
Het verlagen van de lasten op arbeid, gebeurt in deze Blauwdruk op 4 manieren:
• De belastingvrije som moet omhoog tot op het niveau van het leefloon;
• De bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid wordt afgeschaft;
• De belastingtarieven van 25, 40, 45 en 50 procent dalen elk met 5 procentpunten;
• De 50%-schijf wordt daarna terug toegevoegd, maar pas vanaf het dubbele inkomen vanaf 92.880 euro in plaats van 46.440 euro (index AJ2024)
Het verlagen van de lasten op arbeid, moet het dus mogelijk maken dat mensen meer overhouden van hun brutoloon wanneer ze voltijds gaan werken of weekend- en/of nachtwerk presteren.
Het verlagen van de tarieven in de personenbelasting zal er ook toe leiden dat het aanhouden van aparte beroepen, louter omwille van een gunstiger fiscale behandeling van de inkomsten uit zo’n bijberoepen niet langer nuttig zou zijn. Op die manier is een belastingplichtige vrij om te kiezen om zich toe te leggen op het presteren van extra uren voor zijn (of haar) hoofdberoep, of om te kiezen voor een ander bijberoep.
2. De fiscale behandeling van inkomsten uit een bijberoep en andere statuten
Bijklussen onder een apart fiscaal statuut heeft de laatste jaren meer aan populariteit gewonnen. De redenen hiervoor zijn divers. Zo moeten sommige gepensioneerden door de gestegen levensduurte gaan bijverdienen om hun wettelijk pensioen aan te vullen.
De minister is van mening, dat wie een volledige loopbaan heeft gepresteerd, ook moet kunnen rekenen op een volwaardig pensioen. Wie daarbovenop nog wil bijverdienen, moet die mogelijkheid hebben, maar in de eerste plaats moet de regering voorzien in een rechtvaardig pensioen.
De Blauwdruk voor de Bredere Fiscale Hervorming besteedt ook aandacht aan wie nog wil bijverdienen, ook na pensionering. In zijn Blauwdruk stelt de minister voor, om de verschillende aparte stelsels van bijklussen, zoals de deeleconomie, het gelegenheidswerk, verenigingswerk en flexi-jobs te hervormen. Deze stelsels worden omgevormd tot een vrijstelling van 6.000 euro aan inkomsten uit een bijberoep per jaar. Op die manier wordt onze fiscale wet transparanter en eenvoudiger en pakken we ook zwartwerk aan.
3. Fiscale behandeling van thuiswerk
De opkomst van moderne communicatietechnologie stelt werknemers en werkgevers in staat om meer van thuis te werken. Tijdens de coronacrisis werd deze manier van werken veel gebruikt. Het is logisch dat de fiscaliteit meegaat met de tijd en rekening houdt met de gestegen populariteit van thuiswerk.
Om tegemoet te komen aan deze vraag, publiceerde de FOD Financiën een circulaire waarin bepaalde forfaitaire vergoedingen worden vastgesteld die een werkgever mag toekennen in kader van structureel en regelmatig thuiswerk. Deze vergoedingen worden dan aanzien als kosten eigen aan de werkgever en worden vrijgesteld van inkomstenbelasting. Deze forfaits zijn gepubliceerd in de omzendbrief 2020/C/100 over kosten eigen aan de werkgever voor thuiswerk (https://eservices.minfin.fgov.be/myminfin-web/pages/public/fisconet/document/cdc611b7-3528-4264-bf84-1efc032113fd)
Aangezien de mogelijkheid tot het toekennen van deze vergoedingen regelmatig gebruikt wordt door werkgevers en werknemers is de minister van mening dat deze omzendbrief voldoende tegemoet komt aan de nieuwe realiteit van het thuiswerk. Daarnaast keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers op 5 mei 2022 een resolutie met betrekking tot thuiswerkende grensarbeiders goed met een aantal aanbevelingen die richtinggevend zijn voor het fiscaal beleid (https://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=/flwb&language=nl&cfm=/site/wwwcfm/flwb/flwbn.cfm?lang=N&legislat=55&dossierID=2365)
4. Het btw-tarief op het aanbieden van taalcursussen
Wat betreft uw vraag om het verstrekken van taalcursussen vrij te stellen van btw, is het zo dat diensten inzake taalonderricht in de regel slechts van btw zijn vrijgesteld indien deze worden aangemerkt als school- of universitair onderwijs, dan wel als beroepsopleiding of -herscholing én voor zover de organisatie die dergelijk onderricht aanbiedt hierbij niet systematisch het maken van winst beoogt en eventuele winsten niet worden uitgekeerd maar worden aangewend voor de instandhouding of verbetering van deze diensten.
Aldus zijn de diensten inzake taalonderricht aan de belasting onderworpen, en dit ongeacht of zij worden aangemerkt als school- of universitair onderwijs of als beroepsopleiding of -herscholing, wanneer zij worden verricht door een handelsonderneming of onderneming met commerciële doeleinden dan wel door een onderneming zonder winstoogmerk waarvan uit de boekhouding evenwel op systematische wijze een winstoogmerk zou blijken en waarbij betreffende winst onder de leden wordt verdeeld.
Voor 01.09.2014 konden de instellingen die diensten verrichten die taalonderricht tot doel hadden zich op de administratieve tolerantie beroepen ingevolge dewelke de diensten inzake taalonderricht van de belasting waren vrijgesteld en dit ongeacht de rechtsvorm van de dienstverrichter. Deze tolerantie was van toepassing op alle handelingen verricht door een belastingplichtige die diensten inzake taalonderricht verrichtte en dit ongeacht de hoedanigheid van de afnemer.
Daarenboven heeft de toenmalige Minister van Financiën in 2014 beslist dat inzake het verstrekken van taalonderricht in de sociale sector de vrijstelling van artikel 44, § 2, 2°, van het Btw-Wetboek van toepassing is op voorwaarde dat die diensten worden verstrekt aan specifieke doelgroepen en in het kader van een uitdrukkelijke wettelijke regeling, voor zover uiteraard die dienst niet reeds is vrijgesteld krachtens artikel 44, § 2, 4°, van het Btw-Wetboek. Het gaat hier, bij wijze van voorbeeld, om taalonderricht verstrekt door commerciële ondernemingen aan allochtonen naar aanleiding van een verplichte inburgeringscursus of aan werkzoekenden in het kader van een hen opgelegd herscholings- of bijscholingstraject.
Deze wijziging volgde uit de omzetting van de Europese btw-richtlijn. Via deze richtlijn zijn er afspraken gemaakt tussen de EU-lidstaten over de toepasselijke btw-tarieven. Art. 132 en 133 van de ‘btw-richtlijn’ 2006/112/EG laten slechts btw-vrijstellingen toe op een beperkt aantal activiteiten van algemeen belang. Een generieke vrijstelling op taalcursussen laat de btw-richtlijn dus niet toe.
5. Het btw-tarief op fietsen en het verhogen van de fietsvergoeding, carpoolvergoeding
De minister keurde reeds een verhoging van de fiscaal vrijgestelde fietsvergoeding tot 0,35 euro per kilometer goed. De fietsvergoeding is vrijgesteld tot een bedrag van maximaal 3.500 euro per jaar. Daarnaast werd de fietsvergoeding ook uitgebreid over meerdere sectoren met de ondersteuning van een belastingkrediet. (https://vanpeteghem.belgium.be/nl/ministers-van-peteghem-en-vandenbroucke-verhogen-de-fiscale-en-sociale-vrijstelling-fietsvergoeding)
Op vlak van de carpoolvergoeding, is het zo dat de terugbetaling van kosten voor woon-werkverkeer via een georganiseerde carpool van de werkgever geniet van een hogere fiscale vrijstelling dan de gewone vrijstelling van 470 euro. De vrijstelling voor georganiseerd gemeenschappelijk vervoer is vrijgesteld tot op het niveau van een gelijkwaardig abonnement voor het openbaar vervoer. (https://financien.belgium.be/nl/particulieren/vervoer/aftrek_vervoersonkosten/woon-werkverkeer/carpool)
6. Spaarboekjes belasten zoals aandelen en obligaties
In zijn Blauwdruk besteedt de minister ook aandacht aan het moderniseren van de belastingheffing op recurrente vermogensinkomsten. Onze fiscaliteit mag spaar-, beleggings- en investeringsbeslissingen niet beïnvloeden. Daarom stelt de minister voor om alle vermogensinkomsten samen te brengen en ze onderwerpen we ze aan evenredige tarieven. We verliezen de specifieke kenmerken van vermogensinkomsten niet uit het oog. Zo gaat het bezit van vastgoed meestal gepaard met meer kosten dan het aanhouden van een beleggingsportefeuille.
Een evenwichtige belasting zorgt ervoor dat de beschikbare middelen van particulieren optimaal in onze economie worden aangewend en op die manier bijdragen tot de welvaart van ons allemaal. Daarbij waken we erover dat de kleine spaarder, belegger of investeerder niet wordt geraakt.
We geven iedereen de kans om vermogen op te bouwen. Daarom voorzien we in een belastingvrij bedrag of een voetvrijstelling voor alle vormen van recurrente vermogensinkomsten. We maken het ook zo eenvoudig mogelijk. We passen waar mogelijk bevrijdende bronheffing toe.
7. Overheidsobligaties uitschrijven aan negatieve rente
Met de uitgifte van de Staatsbons op 1 jaar, heeft de minister geprobeerd om de banken opnieuw naar de spaarders te doen luisteren en kon er op de financiering van de overheidsschuld bespaard worden (https://vanpeteghem.belgium.be/nl/federaal-agentschap-van-de-schuld-maakt-details-nieuwe-staatsbons-bekend)
8. Fiscaal voordeel 2e verblijven afschaffen
Als onderdeel van het begrotingsakkoord 2023 keurde de regering het voorstel goed om het federaal lange termijnsparen voor de niet-eigen woning te laten uitdoven voor nieuwe leningen vanaf 2024. Deze uitdoving werd goedgekeurd door de Kamer van Volksvertegenwoordigers via de Programmawet van 26 december 2022.
We hopen hiermee voldoende te hebben geantwoord op uw verzoekschrift en wensen u nog te bedanken voor het doorgeven van uw constructieve voorstellen.”
Deel: