55_2021-2022/56 - Verbeter de wetgeving m.b.t. "coercive control", een vorm van familiaal geweld
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
55_2021-2022/56 - Verbeter de wetgeving m.b.t. "coercive control", een vorm van familiaal geweld
“Coercive control”, "dwingende controle" uitoefenen over een al dan niet inwonende (ex-)partner, is een vorm van geweld en misbruik die veel meer voorkomt dan erkend wordt.
Er is nochtans voldoende wetenschappelijke literatuur beschikbaar en voldoende specialistische kennis voorhanden m.b.t. deze vorm van geweld en misbruik.
Maar door een gebrek aan (h)erkenning in de praktijk wordt deze vorm van geweld, gepleegd op een al dan niet inwonende (ex-)partner, niet voldoende gemeten, noch opgevolgd, noch gestopt.
Er is een “dark number” van slachtoffers waar we officieel niets van weten, maar dat elke dag 40 mensen aangifte doen van psychologisch en emotioneel geweld, is veelzeggend.
Velen doen geen aangifte omdat ze vrezen dat het hun situatie enkel erger zal maken, uit angst, omdat er leeft dat bevoegde instanties er niets aan (kunnen) doen. Slachtoffers vrezen dat hun klacht zal eindigen in een seponering wegens gebrek aan fysiek bewijs. En de ellende blijft zo duren.
Maar er is meer dan fysiek geweld en "coercive control" is een groot maatschappelijk probleem, dat zich vooral onder de maatschappelijke radar afspeelt.
Plegers van "coercive control" slagen erin om naar de buitenwereld toe een perfect imago te brengen en tegelijk hun slachtoffer, onopgemerkt door die buitenwereld, te mishandelen, op zeer subtiele manieren.
Deze vorm van geweld sluipt zo geleidelijk aan een relatie binnen dat slachtoffers het zelf niet opmerken terwijl het gebeurt.
Het patroon van “coercive control” meemaken, veroorzaakt zware trauma’s, die nog eens versterkt worden door het onbegrip en het gebrek aan erkenning dat slachtoffers ervaren bij de maatschappij en helaas ook bij de instanties waar ze om hulp vragen. Dat leidt tot bijkomende traumatisering.
Het patroon van “coercive control” escaleert vaak bij scheiding (een van de partners wil de controle behouden en de echtscheiding wordt een “vechtscheiding”). Zeker waar er kinderen zijn, kan “coercive control” zich uiten in “post-separation abuse”, misbruik na de scheiding, waarbij het geweld dat het slachtoffer al ervaarde tijdens de relatie, na de relatie op andere manieren blijft voortduren.
Mensen worden langdurig ziek en werkonbekwaam, plegen zelfmoord omdat ze geen uitweg zien, zij en de kinderen worden slachtoffer van oudervervreemding, ze worden bij co-ouderschap voortdurend in een houdgreep geplaatst door de andere ouder die macht en controle wil blijven uitoefenen (en daar lijden zij en de kinderen onder). En dit zijn maar enkele gevolgen van deze vorm van geweld.
Hoeveel zou dit de maatschappij kosten, nog los van het menselijke leed op zich?
Een vaak gehoord argument tegen het aanpakken van dit soort geweld, is de “onbewijsbaarheid” van manipulatie, gaslighting, en het uitoefenen van controle en macht.
Maar België kan gelukkig putten uit de ervaring van landen met specifieke wetgeving hieromtrent (Frankrijk, Ierland, Engeland, Schotland, Wales, Australië, in Tasmania is “coercive control” strafbaar sinds 2004, in de VS is er wetgeving m.b.t. “coercive control" in de staten California en Hawaii en in de staten Maryland en South Carolina is men hier werk van aan het maken).
In deze landen zijn veel meer meldingen, arrestaties en vervolgingen van deze vorm van geweld en in deze landen zijn professionals specifiek getraind in het herkennen en aanpakken van deze vorm van geweld.
Deze landen hebben reeds veel kennis van wat werkt en wat niet werkt.
Voor slachtoffers van “coercive control” heeft dit in voornoemde landen en staten een wezenlijk en aantoonbaar positief effect op hun leven en op dat van hun kinderen.
Wat in andere landen mogelijk is voor slachtoffers van “coercive control”, moet in België zeker ook kunnen.
Verbetering van onze wetgeving is niet alleen nodig, maar ook zeer goed mogelijk.
Dank om dit structureel aan te pakken, in naam van wie het beleeft.
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 9 april 2025 heeft de commissie voor Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Justitie en aan de minister van Justitie, belast met Noordzee.
Antwoord van de minister van Justitie, belast met Noordzee (12/09/2025):
Graag dank ik u voor uw brief, die ik met veel aandacht heb gelezen. Allereerst wil ik mijn medeleven en begrip uitspreken voor alle slachtoffers van intrafamiliaal geweld in welke vorm dan ook. Zowel in het Regeerakkoord als in mijn beleidsnota hebben wij slachtoffers een centrale plaats gegeven. We blijven ons inzetten voor een krachtige aanpak van alle vormen van geweld, ook als het om psychisch geweld gaat.
lk wil graag op een aantal van uw vragen gericht antwoorden en daar waar mogelijk enige nuances aanbrengen. lntrafamiliaal geweld is namelijk een heel complex fenomeen, dat bestaat uit een kluwen van moeilijk te ontrafelen verstoorde relaties en gekwetste mensen. Het benaderen van deze problematiek, zowel vanuit de hulpverlening, als vanuit de justitiële sector, is op zich een moeilijke opdracht. Geweld binnen het gezin is al enkele jaren het onderwerp van bijzondere aandacht van justitie en alle relevante autoriteiten. Er zijn een aantal ontwikkelingen geweest op dit gebied en ik geef hieronder een aantal reeds genomen initiatieven mee.
Sinds 2001 heeft België zijn beleid over partnergeweld geconcretiseerd en gestructureerd door middel van een Nationaal Actieplan (NAP). Hierbij behoren preventie, de bescherming en opvang van slachtoffers, de opvolging van daders alsook de uitvoering van een effectief strafrechtelijk beleid tot de belangrijkste doelstellingen van deze NAP's. Justitie is één van de vele partners die meewerkt aan de uitwerking van deze actieplannen. Momenteel is een NAP Gendergerelateerd Geweld 2021-2025 lopende.
Sinds 2006 verschenen ook twee omzendbrieven van strafrechtelijk beleid op dit vlak, namelijk de "COL 04/2006 betreffende het strafrechtelijk beleid inzake partnergeweld" (herzien in 2015) en de "COL 03/2006 inzake de definitie van het intrafamiliaal geweld en de extrafamiliale kindermishandeling, de identificatie en de registratie van de dossiers door de politiediensten en de parketten." ln de omzendbrief COL 03/2006 wordt intrafamiliaal geweld beschouwd als "iedere vorm van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen leden van eenzelfde familie, ongeacht hun leeftijd". Volgens omzendbrief COL 04/2006 is partnergeweld: "iedere vorm van fysiek, seksueel, psychisch of economisch geweld tussen echtgenoten of personen die samenleven of samengeleefd hebben en tussen wie een duurzame affectieve en seksuele band bestaat of bestaan heeft". Met andere woorden, binnen de werking van de politiediensten en de richtlijnen van vervolging aan de parketten wordt binnen de contexten van het intrafamiliaal geweld en partnergeweld reeds vanaf 2006 met vormen van psychisch geweld rekening gehouden.
Op heden werd in ons Strafwetboek echter nog geen aparte strafbaarstelling inzake psychisch geweld opgenomen. We kunnen wel op basis van de hierboven genoemde omzendbrieven een aantal mogelijke strafbaarstellingen citeren als het gaat om psychisch geweld; m.n. beledigingen, laster, belaging en bedreigingen. Echter hebben we met de invoering van het seksueel strafrecht in maart 2022 en het nieuw Strafwetboek in februari 2024 (met inwerkingtreding in april 2026) steeds meer aandacht voor de intrafamiliale context waarbinnen misdrijven plaatsvinden en werden er hieraan ook strafverzwaringen gekoppeld. Daarnaast hebben we een duidelijke definitie van het begrip "partner" in het Strafwetboek opgenomen, zodat daar ook een ex-partner onder verstaan wordt en werd het misdrijf belaging ook uitgebreid, zodat niet enkel de repetitieve verstoringen van de rust, maar ook een eenmalige verstoring van de rust, nu duidelijk in het toepassingsgebied van de strafbaarstelling valt. De rechter heeft dus steeds meer mogelijkheden ter beschikking om zwaardere straffen op te leggen voor dit soort feiten.
Sinds de wet van 31 juli 2020 worden ook aile magistraten verplicht opgeleid in thema's van intrafamiliaal en seksueel geweld. Deze opleidingen worden door het lnstituut voor Gerechtelijke Opleiding (het IGO) georganiseerd en zijn er voornamelijk op gericht om rechters en parketmagistraten een beter begrip bij te brengen over feiten van intrafamiliaal en seksueel geweld, kindermishandeling etc. Tijdens deze opleidingen geven experten toelichting om de verschillende lagen van geweld, ook psychisch geweld, manipulaties en "dwingende controle" aan de magistraten bij te brengen. Dit soort misdrijven zijn vaak heel gelaagd en complex en het is vaak van groot belang om niet enkel de juridische kant van de zaak maar ook de onderliggende mechanismen en uitingsvormen beter te leren kennen, om op die manier een beter begrip van de zaak te krijgen en een meer gepaste straf op te kunnen leggen. Zo kan er naast een gevangenisstraf ook gekozen worden voor bijvoorbeeld een probatiestraf of een probatie-opschorting waarbij de veroordeelde een aantal voorwaarden moet naleven die kunnen bestaan uit onder andere het volgen van een therapie.
Op het terrein zijn politiediensten en magistraten zich dus reeds enkele jaren bewust van de problematiek en de toxische dynamiek van "coercive control" in de geweldsspiraal van partnergeweld. Een bijkomend voorbeeld daarvan is de COL 15/2020 die een risicotaxatietool voor de polidiensten heeft ingevoerd voor de eerstelijnsdiensten die interventies doen in het kader van situaties van partnergeweld. ln deze risicotaxatietool of checklist, die zich reeds baseerde op verdere wetenschappelijke inzichten, worden ook reeds situaties van psychisch geweld, overmatige controle en dominantie als mogelijke risicofactoren voor escalerend partnergeweld aangemerkt.
Ondertussen beschikken we wel reeds, zij het niet op strikt strafrechtelijk vlak, over een wetgeving waarin "coercive control" gedefinieerd wordt. Het gaat om de wet van 13 juli 2023 voor de preventie en de bestrijding van feminicides en gendergerelateerde dodingen. Het is geen strafwet maar een kaderwet die bedoeld is om een algemeen kader te scheppen voor de bestrijding en preventie van feminicides en gendergerelateerde dodingen en het geweld dat daaraan voorafgaat. Deze wet richt zich tot aile personen in de publieke sector, met inbegrip van de overheidsorganen, alsook op alle administratieve en gerechtelijke overheden die met betrekking tot elke maatregel, beslissing, elk beleid de doelstellingen van deze wet dienen in acht te houden. Binnen deze wet hebben we een definitie van psychologisch geweld, zijnde "elk geweld dat psychische schade veroorzaakt, of tot doel heeft psychische schade te veroorzaken en die onder meer de vorm kan aannemen van dwingende controle, smaad, verbale beledigingen en pesterijen." Oak "dwingende controle" wordt gedefinieerd, namelijk "voortdurende of herhaalde dwingende of controlerende gedragingen, die psychische schade veroorzaken." Dwingend gedrag wordt omschreven ais "een handeling of een reeks handelingen van agressie, bedreiging, vernedering en intimidatie of andere mishandeling die worden gebruikt om het slachtoffer te kwetsen, te straffen of bang te maken." Ook controlerend gedrag krijgt een duidelijke definitie, namelijk "een geheel van handelingen die erop gericht zijn personen ondergeschikt en/of afhankelijk te maken door hen te isoleren van steunbronnen, hun middelen en capaciteiten uit te buiten voor persoonlijke doeleinden, hen de middelen te ontnemen die nodig zijn voor hun onafhankelijkheid, weerstand en ontsnapping, of door hun dagelijks gedrag te reguleren."
Deze wet stelt ook een uniforme risicotaxatietool in het vooruitzicht waarbij het de bedoeling zou zijn dat bij alle klachten, meldingen, verklaringen of procedures in verband met dit soort partnergeweld er gebruik gemaakt wordt van een uniform risicotaxatie- en risicobeheersinstrument. ln dit risicotaxatie en -beheersinstrument zal rekening gehouden worden met de integratie van een genderperspectief en een intersectioneel perspectief. Op dit moment zijn mijn diensten betrokken bij de gesprekken om tot een dergelijk instrument te komen, waarbij we reeds uitgaan van de risicotaxatietool van de hierboven omschreven COL 15/2020, maar ook van verdere en nieuwe inzichten zoals die momenteel gebruikt worden in bijvoorbeeld de Veilige Huizen in Vlaanderen, alsook nieuw wetenschappelijk onderzoek en onderzoek door het lnstituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen dat zich concretiseerde in een "Instrument voor opsporing van dwingende controle, Gids voor de politie, diensten voor slachtofferhulp en de eerstelijnshulpverlening en gids voor klinisch psychologen", te consulteren op hun website.
Zoals u kan lezen, maken wij reeds vele jaren werk van de strijd tegen het intrafamiliaal geweld en het partnergeweld, in samenwerking met alle betrokken partners op het terrein en op verschillende beleidsniveaus. De geesten rijpen ook steeds meer in de richting van verschillende aan het partnergeweld onderliggende dynamieken, waaronder dus ook het psychologisch geweld en in het bijzonder de "coercive control". Wij blijven hieraan verder werken in de hoop dat de politiediensten en Justitie niet alleen goede antwoorden bieden op het gebied van de opvang van slachtoffers en de bestraffing en opvolging van daders maar ook aan de preventie van het escalerend geweld.
Hoogachtend,
Annelies Verlinden
Deel: