55_2021-2022/50 - Misbruiken interimkantoors
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
55_2021-2022/50 - Misbruiken interimkantoors
Aan de Kamer wordt gevraagd om ervoor te zorgen dat iedereen die op Belgisch grondgebied werkt, tegen het Belgische tarief wordt betaald en dat interimkantoors werkcontracten minstens 24 uur op voorhand versturen.
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 9 april 2025 heeft de commissie voor Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Sociale Zaken, Werk en Pensioenen en aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Landbouw.
Antwoord van de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Landbouw (26/05/2025):
Artikel 8, § 2, tweede lid, van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers bepaalt dat de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid schriftelijk moet worden vastgesteld uiterlijk op het tijdstip waarop de uitzendkracht in dienst treedt. Concreet houdt dit in dat een geldige arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid moet zijn afgesloten, hetzij op papier, hetzij elektronisch, uiterlijk voordat de werknemer aan zijn uitzendopdracht begint. Dit is dezelfde regel als deze die geldt voor arbeidsovereenkomsten die gesloten worden voor bepaalde tijd (zie artikel 9 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten). De formulering van voormeld artikel 8, § 2, tweede lid, van de Uitzendarbeidswet maakt het dus inderdaad mogelijk dat een arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid elektronisch wordt afgesloten één uur voordat de uitzendkracht aan zijn uitzendopdracht begint. De eigenheid van de uitzendsector maakt het immers noodzakelijk om op een soepele manier uitzendkrachten te kunnen ter beschikking stellen, onder andere voor de vervanging van een afwezige vaste werknemer of om te kunnen voldoen aan een tijdelijke vermeerdering van werk (de zgn. “piek-en-ziek”), twee situaties die per definitie niet op voorhand te voorspellen zijn. Dit verklaart waarom in sommige situaties de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid slechts op zeer korte termijn kan worden afgesloten.
In dit verband moet worden opgemerkt dat de huidige formulering van artikel 8, § 2, tweede lid, reeds een verbetering is ten aanzien van de regeling die vroeger van kracht was. De vroegere regeling hield in dat de schriftelijke vaststelling van de arbeidsovereenkomst voor uitzendarbeid moest gebeuren uiterlijk binnen twee werkdagen te rekenen vanaf het tijdstip waarop de uitzendkracht in dienst trad, dat wil dus zeggen dat men tot 48 uur nadat de uitzendkracht aan zijn opdracht was begonnen de tijd had om het contract vast te stellen. Door de uitbreiding van de mogelijkheden om arbeidsovereenkomsten voor uitzendarbeid elektronisch af te sluiten, kon deze 48- urenregel met ingang van 1 oktober 2016 worden afgeschaft en vervangen door de huidige regeling.
Wat de strijd tegen sociale dumping betreft, moet worden verwezen naar de toepassing van de wet van 5 maart 2002 betreffende de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden in geval van detachering van werknemers in België en de naleving ervan. Ingevolge artikel 5 van deze wet moet een in het buitenland gevestigd uitzendkantoor dat uitzendkrachten naar België stuurt, voor de arbeidsprestaties die er worden verricht, de arbeids-, loon- en tewerkstellingsvoorwaarden naleven die bepaald worden door wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die strafrechtelijk beteugeld zijn, alsook door conventionele bepalingen die door de Koning algemeen verbindend zijn verklaard.
Dit betekent dat een buitenlands uitzendkantoor ertoe gehouden is de Belgische regels rond uitzendarbeid en de Belgische minimumlonen te respecteren, wanneer dat uitzendkantoor uitzendkrachten naar België detacheert voor het uitvoeren van een uitzendopdracht. Het buitenlands uitzendkantoor is m.a.w. gehouden tot de naleving van dezelfde regels waaraan een Belgisch uitzendkantoor is gebonden, wat de tewerkstelling van uitzendkrachten in België betreft. Op de niet-naleving van deze verplichtingen zijn strafsancties gesteld die door de bevoegde inspectiediensten van het Toezicht op de Sociale Wetten kunnen worden vervolgd.
Ter aanvulling van bovenstaande wettelijke bepalingen kan nog gewezen worden op volgende initiatieven van de uitzendsector en de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst.
Zo is Federgon vragende partij om extra inspanningen te leveren in de strijd tegen sociale dumping. Niet-erkende bedrijven zorgen immers voor oneerlijke concurrentie voor erkende Belgische en buitenlandse uitzendkantoren. Ook buitenlandse bedrijven die uitzendactiviteiten uitvoeren in België dienen immers een uitzenderkenning te hebben. De federatie ondersteunt dan ook een sterk handhavings- en controlebeleid alsook een doorgedreven informatie-uitwisseling met verschillende actoren in binnen- en buitenland.
De sociale partners van Paritair Comité 322 sloten bovendien op 16 november 2022 de “Collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het omgaan met migrerende uitzendkrachten.” Hierin is voorzien dat “[het] uitzendbureau [...] erover [zal] waken dat de rechten van de migrerende uitzendkrachten in alle fasen van de procedure van de terbeschikkingstelling, met name de selectie, het vervoer, de arbeidskaart, ... worden nageleefd.” De uitdrukking "migrerende uitzendkracht" verwijst naar de onderdaan van een andere Staat dan België, die de toelating kreeg om de Belgische arbeidsmarkt te betreden en legaal in België te verblijven. Het gaat hier zowel om migrerende uitzendkrachten van binnen de EER als van buiten de EER.
Verder dienen uitzendbureaus alle bepalingen betreffende het arbeidsrecht toe te passen, zoals deze m.b.t. het opstellen van een arbeidsovereenkomst waarin alle verplichte vermeldingen zijn opgenomen, het uitbetalen van een correct loon, het bezorgen van een loonfiche, enz.
Ook de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst heeft in haar Actieplan aandacht voor het bestrijden van misbruiken in de uitzendsector. Deze actie is gericht op het bestrijden van misbruiken bij werkgevers van uitzendkrachten: lagere lonen, misbruik of langdurig gebruik van uitzendcontracten.
De actie richt zich in het bijzonder op de gebruikersbedrijven, niet op de uitzendkantoren. De hoofddoelstellingen zijn enerzijds controleren of uitzendkrachten gelijke arbeids- en loonvoorwaarden hebben als de vaste werknemers en anderzijds nakijken of het gebruik van uitzendarbeid gerechtvaardigd is en hoe lang en hoe vaak dit gebeurt. Hiertoe zal de SIOD 500 onderzoeken per jaar uit te voeren (periode van januari tot december)
Deel: