55_2021-2022/13 - Activeren van de procedure voor geschillenbeslechting van het handelsakkoord tussen de EU en Ecuador
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
55_2021-2022/13 - Activeren van de procedure voor geschillenbeslechting van het handelsakkoord tussen de EU en Ecuador
Auteurs:
- Sonia Vera García
- Tania Delgado
- Luis Rodríguez
- David Vásquez
Aan de Kamer wordt gevraagd om de procedure voor geschillenbeslechting van de handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia, Peru en Ecuador, anderzijds, te activeren, op grond van mensenrechtenschendingen in Ecuador.
De volledige petitie kan in bijlage geconsulteerd worden.
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 15 maart 2022 heeft de commissie voor de Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen en aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel, en van de Federale Culturele Instellingen.
Deze petitie is vervallen als gevolg van de ontbinding van de Kamer op 8 mei 2024.
Antwoord van de minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Buitenlandse Handel en de Federale Culturele Instellingen:
De vrijhandelsovereenkomst tussen de EU enerzijds en Colombia, Peru en Ecuador anderzijds bevat bepalingen voor de activering van het in de overeenkomst opgenomen mechanisme voor geschillenbeslechting in geval van schending. Voorts bepaalt de overeenkomst dat de eerbiediging van de mensenrechten een essentieel onderdeel van de overeenkomst is. Deze bepaling biedt elke verdragsluitende partij de mogelijkheid om maatregelen te nemen in geval van schending van deze beginselen, met in laatste instantie de opschorting van de overeenkomst.
Dit gezegd zijnde, moet deze overeenkomst worden gezien als een van de instrumenten waarover de Europese Unie beschikt om de eerbiediging van de mensenrechten bij onze partners aan de orde te stellen. Daarom lijkt het beter de dialoog aan te gaan eerder dan een geschillenprocedure te starten of zelfs de overeenkomst op te schorten.
Zo bood de 8ste vergadering van het subcomité voor handel en duurzame ontwikkeling van de overeenkomst, die eind november 2021 plaatsvond, elke de gelegenheid om de verwezenlijkingen op het gebied van arbeidsrecht, vrijheid van vereniging en meningsuiting, kinderrechten of milieubescherming te bespreken. Vervolgens vond een gedachtewisseling plaats, waarbij de andere partij om verduidelijkingen of aanvullende inspanningen kon verzoeken.
Daarnaast heeft de Europese Unie in oktober 2020 het 'Single Entry Point' gelanceerd. Dankzij dit mechanisme kan elke actor, met inbegrip van NGO's, een vermoedelijke schending van een bepaling van een handelsovereenkomst melden, met inbegrip van bepalingen betreffende mensenrechtenschendingen in een land waarmee de EU een handelsovereenkomst heeft. De Commissie zal vervolgens de klacht onderzoeken om te besluiten of zij een formele inbreukprocedure tegen het betrokken land zal starten. Dit kan leiden tot overleg met de betrokken partij indien de inbreuk wordt bevestigd. Daarom raden wij u aan meer informatie over deze procedure in te winnen.
Voorts is België de enige EU-lidstaat die deze handelsovereenkomst nog niet heeft geratificeerd, als gevolg van een blokkering op het niveau van twee gefedereerde entiteiten. Het lijkt mij dan ook moeilijk om de Commissie te vragen het mechanisme voor geschillenbeslechting te activeren van een overeenkomst die alleen wij nog niet hebben geratificeerd. Willen wij ten volle gebruik maken van de bepalingen van een overeenkomst, dan verdient het de voorkeur dat wij zelf ook volledig achter staan.
Tot slot kan ik u verzekeren dat mijn diensten, met inbegrip van onze ambassade in Bogota, nauwlettend toezien op de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze overeenkomst, en in het bijzonder van het onderdeel "duurzame ontwikkeling", in nauwe samenwerking met de Europese Commissie. Wij zullen de ontwikkelingen in Ecuador blijven volgen en in onze bilaterale contacten ter sprake brengen.
Answer of the minister of Foreign Affairs, European Affairs and Foreign Trade and the Federal Cultural Institutions:
The Free Trade Agreement between the EU on one hand, and Colombia, Peru and Ecuador on the other, indeed contains provisions allowing the activation of the dispute settlement mechanism contained in the agreement in case of violation. In addition, the agreement specifies that respect for human rights is an essential element of the agreement. This provision allows each contracting party to take action in the event of a violation of these principles, including, ultimately, suspension of the agreement.
This being said, this agreement should be seen as one of the instruments in the hands of the European Union to raise the issue of respect for human rights with our partners. Therefore, it seems preferable to seek dialogue rather than to start a dispute settlement procedure or even to suspend the agreement.
Thus, the 8th meeting of the subcommittee on trade and sustainable development of the agreement, which took place at the end of November 2021, allowed each party to discuss the achievements made in the areas of labour law, freedom of association and expression, children's rights and environmental protection. An exchange of views then took place, allowing the other party to request clarifications or further efforts.
In addition, the European Union launched the 'Single Entry Point' in October 2020. This mechanism allows any actor, including NGOs, to report a suspected violation of a provision of a trade agreement, including provisions relating to human rights violations in a country with which the EU has a trade agreement. The Commission will then examine the complaint to decide whether to open a formal infringement proceeding against the country concerned. This procedure may lead to consultations with the party concerned if the infringement is confirmed. We therefore encourage you to find out more about this procedure.
Furthermore, Belgium is the only EU Member State that has not yet ratified this trade agreement, due to a blockage at the level of two federated entities. It therefore seems difficult to me to ask the Commission to activate the dispute settlement mechanism of an agreement that we are the only ones who have not yet
ratified. In order for us to be able to fully benefit from the provisions of an agreement, it is preferable that we ourselves are equally committed to it.
Finally, I can assure you that my services, including our embassy in Bogota,
are closely monitoring the implementation of the provisions of this agreement, and in particular its 'sustainable development' component, in close coordination with the European Commission. We will continue to monitor developments in Ecuador and raise them in our bilateral contacts.
Deel: