55_2020-2021/65 - Harmonisatie van wetgeving en controle-instrumenten voor burgers in de context van mishandeling en geweld door de politie
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
55_2020-2021/65 - Harmonisatie van wetgeving en controle-instrumenten voor burgers in de context van mishandeling en geweld door de politie
Aan de Kamer wordt gevraagd om
1) een wetsvoorstel in te dienen inzake mishandeling en geweldpleging door de politie
2) een nationaal register van door de politie gecontroleerde personen op te richten
3) een software uit te werken voor het registreren van alle door politieagenten verrichte controles van burgers
4) een parlementair debat te voeren over het beheer van klachten door het Comité P, politiezones en andere politie-instellingen
5) een wetsvoorstel in te dienen voor het beheer van klachten
6) het burgerlijk wetboek en het strafwetboek te actualiseren (burgerlijk en strafrecht)
7) de wet op het politieambt te actualiseren
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 9 april 2025 heeft de commissie voor Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken en aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris.
Antwoord van de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met Beliris (17/09/2025):
1. Betreffende de vraag naar een wetsvoorstel inzake geweldpleging en mishandeling door de politie:
Zowel in het huidige als vanaf 08/04/2026 voorziene Nieuwe Strafwetboek zijn straffen voorzien voor geweld gepleegd door politie. In het Nieuwe Strafwetboek is er voor diverse misdrijven voorzien in strafverzwaring en/of een autonoom misdrijf indien gepleegd door een persoon met een openbare functie (zie opsomming artikel 79.5° Nieuwe Strafwetboek - zie ook DOC 55 3518/001, p 57). In deze opsomming zit de geïntegreerde politie opgenomen door de verwijzing naar de bevoegdheid om de openbare orde te handhaven. Voorbeelden zijn de vermelding voor de verzwarende factoren bij misdrijven tegen het leven (artikel 105) of het autonome misdrijf van foltering door een persoon met een openbare functie (artikel 114).
Een afzonderlijke wet voorzien betekent:
• het "verwijderen" van de misdrijven gepleegd door politie (al of niet deze bedoeld in de zin van lid van de politiedienst zoals bedoeld in artikel 3, 1 °, van de wet van 18 juli 1991 tot regeling van het toezicht op politie-en inlichtingendiensten en op het Coördinatleorqaan voor de dreigingsanalyse) uit het strafwetboek.
• afbreuk aan de principes van het Nieuwe Strafwetboek dat aangaande Boek I berust op drie beginselen: accuraat - eenvoudig - coherent.
• afbreuk doet aan de intentie van de wetgever om een reeks bijzondere wetten te "verhuizen" naar het Nieuwe Strafwetboek.
• een reeks algemene bepalingen die dus in Boek II staan (zie artikel 79) nog eens moeten worden opgenomen in deze bijzondere wet.
Om deze reden zie ik geen gegronde reden om een complementaire wet te voorzien.
2. Met betrekking tot de vraag om een nationaal register voor gecontroleerde personen op te richten.
Als dusdanig bestaan deze data al binnen de informaticasystemen van de politie. Immers, op basis van artikel 44/4 § 2 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt, bestaat er een wettelijke verplichting om logbestanden aan te leggen voor iedere verwerking (beweegreden, tijdstip, ... ). De gedachte om deze data specifiek te groeperen is interessant om te analyseren onder welke omstandigheden personen - of groepen of types van personen - gecontroleerd worden. Op die manier kan de politie - indien nodig - bijsturen om efficiënter en doeltreffender haar opdrachten te vervullen.
Vanuit het oogpunt van de gegevensbescherming is een aparte databank niet meteen noodzakelijk. De data bestaan immers al in de systemen van de politie. Het zou, mits het investeren in de ontwikkeling van ontsluitingstools, kunnen volstaan om datasets samen te stellen van deze data en daar analyse op te doen, eerder dan een nieuwe databank aan te leggen, met het risico op dubbele vattingen of onevenredige registratie.
Tenslotte zou ook het verder uitrollen van het gebruik van bodycams een beter inzicht moeten geven in individuele gevallen, en ook high-level analyse op politiecontroles toelaten.
3. Met betrekking tot de vraag om software te ontwikkelen voor de registratie van politiecontroles. Zie vraag 2
4. Met betrekking tot de vraag over het voeren van een parlementair debat. Als lid van de uitvoerende macht is het niet aan mij om hierover in dezen een standpunt in te nemen.
5. Met betrekking tot de vraag naar een wetsvoorstel voor het beheer van klachten.
Door klachten centraal en uniform te registreren via één toegangspunt, kunnen aile meldingen op gestandaardiseerde wijze worden gecodeerd, geanalyseerd en opgevolgd. Dit laat toe om trends en terugkerende pijnpunten (zoals disproportioneel politieoptreden of structurele problemen) tijdig te detecteren en aan te pakken. Op basis van die inzichten kunnen overheden en politiediensten gericht beleid ontwikkelen, waaronder opleiding, gedragscodes en corrigerende maatregelen.
Actueel bestaat er reeds een klachtensysteem dat gezamenlijk wordt beheerd door het Comité P en de Algemene Inspectie, KLFP ('KlachtenFiche - Fiche de Plainte') genaamd. KLFP is trouwens geen systeem dat de burger toelaat om centraal klacht in te dienen, maar is wel een gemeenschappelijke Databank waarin alle klachten door de Lokale Politiediensten en de Federale Politie zouden moeten worden geregistreerd.
Het huidige systeem is volgens de AIG evenwel blijkbaar verouderd en volstaat niet.
Ik ben van mening dat een versterkt wettelijk kader hiervoor zinvol kan zijn, maar vraag wel om een goede balans tussen bijkomende verplichtingen voor de politie, en de operationele doelstellingen die onze politiediensten vandaag al hebben om onze collectieve en individuele veiligheid te garanderen. Hierbij moet de politie ook door een moeilijke digitale transformatie. Het lijkt aangewezen om in de modernisering van de informatica-systemen standaarden te gebruiken die toelaten om specifieke modules verder uit te werken en aan te koppelen. Dat zou de informatiestroom naar dergelijk vernieuwd register kunnen automatiseren.
6. Met betrekking tot de vraag om het burgerlijk wetboek en het strafwetboek te actualiseren. Dit behoort tot het bevoegdheidsdomein van de minister van Justitie.
Deel: