55_2020-2021/12 - Vastleggen van de 2% BBP budgetnorm voor Defensie
Pétitions
55_2020-2021/12 - Vastleggen van de 2% BBP budgetnorm voor Defensie
De Kamer wordt gevraagd juridisch het budget voor Defensie - in casu Ministerie van Landsverdediging - vast te leggen aan een equivalent van 2% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) van België, zonder de verplichting van Defensie om het voltallig budget op te nemen doch wel de verplichting om jaarlijks te bepalen hoeveel budget zij werkelijk vereist voor de uitvoer van de taken toebedeelt aan Defensie en daaraan verbonden nationale en internationale verplichtingen. Indien dat jaarlijks vastgelegd budget lager is dan 2% van het BBP dan wordt het restbudget ter beschikking gesteld aan de Federale overheid voor andere toepassingen binnen haar bevoegdheidsdomein. Procedure: Het komt daarbij toe aan de Hogere Staf van Defensie om een voorstel van budget (jaarlijks en meerjaarlijks) voor te leggen aan de Kamer, gesteund door de Minister van Landsverdediging. De Hogere Staf van Defensie, in samenspraak met de Minister van Landsverdediging, verstrekt alle vereiste informatie aan de Kamer en gaat het debat aan met de Kamer ter verantwoording van haar vooropgesteld voorstel tot jaarbudget. Indien de Minister van Landsverdediging niet tot een akkoord kan komen met de Hogere Staf van Defensie inzake het budget (jaarlijks en meerjaarlijks) dan worden 2 budget-voorstellen uitgewerkt en beiden voorgelegd aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers die nadien onafhankelijk één der beide budgetvoorstellen zal goedkeuren. Verantwoording: België is één van de stichtende leden van de NAVO en voorvechters van een meer geïntegreerde Europese Defensie. Ten einde de collectieve veiligheid van alle Europeanen te vrijwaren is België ertoe gehouden om de nodige militaire capaciteit in stand te houden ten einde manu militari tussenbeide te kunnen komen om de internationale veiligheid, de soevereiniteit en de collectieve verdediging van haar bondgenoten (NAVO of EU) te kunnen handhaven. In 2006 kwamen de Ministers van Landsverdediging van de NAVO-lidstaten overeen om minstens 2% BBP te investeren in hun defensie, verdere verbintenissen hierin werden vastgelegd door middel van de Verklaring van Wales (2014). Navenant het NAVO-verdrag worden lidstaten ertoe gehouden hun militaire capaciteit in stand te houden en te ontwikkelen, terwijl België sinds 1992 haar militaire capaciteit systematisch afbouwt. Het is géénzins de bedoeling van deze petitie om ervoor te pleiten noch te bedingen dat de Belgische krijgsmacht opnieuw zou opgebouwd worden naar haar allure en voltallige capaciteit voor 1992; maar wel dat Belgïe als betrouwbare en volwaardige partner haar engagement en verplichtingen op budgettaire vlak naleeft. Het beoogde systeem dwingt België te herkennen en in principe te voldoen aan de 2% BBP-norm maar geeft de marge om alsnog minder dan 2%-BBP uit te geven aan Defensie, indien de Hogere Staf van Defensie daartoe een mogelijkheid ziet en in overeenstemming met de Kamer van Volksvertegenwoordigers een beperktere defensie-uitgave bewerkstelligt. Rekening houdend met de 2%-BBP norm inzake investeringen in Defensie en aan de hand van gegevens uit de MILEX data van SIPRI kan berekent worden dat tussen 1992 tem 2019 België haar eigen Defensie met 77.982,34 miljoen € onderfinancierde. Gelet dat de 2% BBP-norm klaarblijkelijk sinds 2006 van toepassing is houdt dit een bedrag in van 55.277,60 miljoen € (2007-2019).
Opmerking: voor uitleg over het verschil tussen de som van de handtekeningen en het weergegeven totaal, zie FAQ 40
Dit initiatief is beantwoord:
Tijdens haar vergadering van 15 maart 2022 heeft de commissie voor de Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Landsverdediging en aan de minister van Defensie.
Antwoord van de minister van Defensie
Het regeerakkoord bepaalt dat de regering zal onderzoeken hoe het een groeitraject kan bepalen om onze defensie-inspanning tegen 2030 af te stem men op die van de Europese niet-nucleaire NAVO-bondgenoten.
In dit kader heeft de Ministerraad goedgekeurd dat het groeitraject van Defensie begint in 2025 en loopt tot en met 2030, wanneer het budget 1,54% van het bbp zal bedragen. Dit traject stemt overeen met het volledige capaciteitsportfolio, dat zo spoedig mogelijk aan het Parlement zal worden voorgesteld in de militaire programmawet (waarvan de Ministerraad het voorontwerp van wet op 28 februari 2022 heeft goedgekeurd), en waarvan de ordonnanties gespreid zullen worden tussen 2025 en 2030, en voor bepaalde programma's ook na 2030.
Mocht, gegeven de huidige geopolitieke en veiligheidscontext, het gemiddelde van de Europese partners stijgen, dan zal de regering onderzoeken welke maatregelen nodig zijn.
Bovendien heeft de regering, gezien de huidige situatie in Oekraïne, voor deze legislatuur onlangs extra middelen ten bedrage van één miljard euro aan Defensie toegewezen. Die middelen zullen het departement in staat stellen om op korte termijn zijn inzetcapaciteit en paraatheid te vergroten en zullen vooral betrekking hebben op het operationele domein.
De prioriteiten zullen liggen bij het vergroten van de munitievoorraad en van de beschikbaarheid van de capaciteiten.
Met de resterende middelen kan Defensie snel de werkomstandigheden van ons departement verbeteren, waaronder de aankoop van specifieke behoeften op het gebied van infrastructuur, gevechtsuitrusting, CIS en cyberspace, zoals elektrische voeding, optica en extra beveiliging van het netwerk en de communicatiesystemen.
Commissie voor Landsverdediging
Tijdens haar vergaderingen van 25/05/22, 15 en 28/06/22 heeft de commissie voor Landsverdediging het voorstel van resolutie betreffende het halen van de NAVO-norm van 2 % van het BBP (DOC 55 2599/001) en het voorstel van resolutie waarin wordt gevraagd om het Belgische defensiebudget in 2030 op 2 % van het bruto binnenlands product te brengen (DOC 55 2619/001) besproken.
Tijdens de vergadering van 28/06/22 heeft de commissie kennis genomen van het toegevoegd verzoekschrift nr. 55 2020-2021/12 tot het vastleggen van de 2 % BBP budgetnorm voor Defensie.
De commissie heeft beide voorstellen van resolutie verworpen. Zie verslag DOC 55 2599/003.
Deel: