56_2024-2025/90 - Procedure verzoekschriften bij de Kamer
Pétitions
U kan deze petitie niet steunen.
56_2024-2025/90 - Procedure verzoekschriften bij de Kamer
Auteur: Jef Cassimons
Aan de Kamer wordt gevraagd,
Zonder te dralen, eigen opgestelde regels na te leven:
(A.12)
1. De nodige maatregelen te treffen opdat de Verzoekschriftencommissie artikel 143.3., eerste lid, 1° van het Kamerreglement zou naleven bij haar beslissingen tot doorverwijzingen door zich tot één doorverwijzing te beperken, zoals duidelijk bepaald.
Aangaande de lijsten van verzoekschriften (“feuilletons”):
(B.5)
2. Dat de lijsten van verzoekschriften (feuilletons) opnieuw als parlementair document zouden bekend gemaakt worden, weliswaar met weglating van de naam en het adres van de indiener(s) van het verzoekschrift, zo de petitionarissen om deze weglatingen vragen, waardoor de bepalingen van artikel 143.4., eerste lid van het Kamerreglement, thans als volgt luidend, geen zin meer hebben: “Driemaandelijks wordt een lijst met de samenvatting van de verzoekschriften en met de onder de nrs. 1 tot 3 bedoelde beslissingen van de commissie voor de Verzoekschriften aan de leden van de Kamer rondgedeeld.”.
2.1. Zo de Kamer of de commissie aan wie dit verzoekschrift is doorverwezen, van oordeel is dat de bepalingen van de leden 2 en 3 van voormeld artikel 143.4. nog steeds dienen gehandhaafd te blijven, want regelmatig toegepast, dan wordt aan de Kamer gevraagd de bepalingen van lid 2 als volgt te wijzigen: “Binnen acht dagen na de publicatie van de lijsten van verzoekschriften (feuilletons) mag ieder lid van de Kamer vragen dat over een onder nr. 3 bedoeld verzoekschrift afzonderlijk verslag zal worden uitgebracht. Die vraag wordt doorgegeven aan de Conferentie van voorzitters, die oordeelt over de ontvankelijkheid ervan.”
Aangaande de Vaste Commissie naar wie verzoekschriften zijn doorverwezen:
(A.12)
3. Dat de vaste commissies naar wie verzoekschriften zijn doorverwezen de Verzoekschriftencommissie (of de instantie die haar zal vervangen) de ontvangst ervan schriftelijk bevestigen waardoor de ontvangst van verzoekschriften een vaste datum krijgen.
4. Dat de huidige vrijblijvendheid ten aanzien van vaste commissies, zoals omschreven in het vijfde lid van artikel 143.3 van het Kamerreglement, wordt omgezet in een verplichting, voorlopig mogelijks als volgt weer te geven: “om binnen de drie maanden na ontvangst van de verzoekschriften deze op hun agenda in te schrijven en er een eerste bespreking aan te wijden.“
[Ik verwijs dienaangaande naar verzoek nummer 9.1.]
Aangaande de Verzoekschriftencommissie:
(C.5)
5. De Verzoekschriftencommissie af te schaffen en de taak om bij artikel 142 van het Kamerreglement bedoelde verzoekschriften door te verwijzen, aan de Conferentie van Voorzitters toe te vertrouwen.
[Beide verrichtingen, afschaffing en vervanging, zullen uiteraard tot gevolg hebben dat ook andere artikelen van het Kamerreglement zullen moeten aangepast worden en dat het thans bestaande Reglement van orde van de commissie voor de Verzoekschriften, door die commissie aangenomen op 8 december 2020, aan een volledige herziening toe is.]
Aangaande de wet van 2 mei 2019 betreffende de bij de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediende verzoekschriften:
In hoofdorde
(GA.5)
6. De wet van 2 mei 2019 betreffende de bij de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediende verzoekschriften op te heffen.
6.1. Zonder daarom een einde te maken aan het bestaande e-petitieplatform.
6.2. Maar wat meteen ook betekent dat de ontvankelijkheidsvoorwaarden voor het indienen van verzoekschriften, net als weleer, in het Kamerreglement dienen opgenomen.
In bijkomende orde
(DA.3)
7. De bepalingen van de artikelen 3 en 4 van de wet van 2 mei 2019 betreffende de bij de Kamer van volksvertegenwoordigers ingediende verzoekschriften dermate te herschikken opdat de basisvoorwaarden voor de ontvankelijkheid van verzoekschriften gelden voor alle verzoekschriften waarop die wet van toepassing is.
(DC.5)
8. Dat in geval de Kamer van mening blijft dat het recht om gehoord te worden, nog steeds de steun vereist van 25.000 petitionarissen, de woonplaats van de petitionarissen van geen tel is om de vereiste 25.000 handtekeningen te halen.
Aangaande de artikelen 24, 78 en 143.3. eerste lid van het Kamerreglement:
(DB.9)
9. De bepalingen van artikel 24, laatste lid, 2° op te heffen.
9.1. Na het laatste lid van voormeld artikel, het volgende lid toe te voegen, als volgt luidend:
“Uiterlijk zes maanden na ontvangst, en rekening houdend met recesperiodes, wijdt elke vaste commissie een eerste bespreking aan de naar haar doorverwezen verzoekschriften.”
(E.7)
10. Artikel 78.2., derde lid van het Kamerreglement als volgt te wijzigen:
“Opgevolgd door de Conferentie van Voorzitters, bespreken de commissies de naar hen doorverwezen verzoekschriften in de volgorde van hun ontvangst.
De commissies kunnen evenwel beslissen deze algemeen geldende volgorde te wijzigen omwille van door henzelf opgegeven redenen of aan de hand van informatie ontvangen van de diensten van de Kamervoorzitter die hen onbekend waren op de dag van de ontvangst van een verzoekschrift.
De beslissingen gebeuren bij naamstemmingen.
Beslissingen kunnen definitief of voorwaardelijk zijn.
Verslagen bevatten de tekst van het verzoekschrift, de bespreking ervan en de beslissingen erover. “
(DB.7)
11. De bepalingen na het eerste gedachtestreepje in artikel 143.3., eerste lid, 1° van het Kamerreglement, “ hetzij de minister, voor schriftelijke uitleg; “ op te heffen.
Aangaande de Grondwet:
(F.7)
12. Artikel 57 van de Grondwet op te heffen.
13. Artikel 18 van de Grondwet als volgt te redigeren:
“Ieder heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, bij de openbare overheden in te dienen.
Het Reglement van de Kamer van volksvertegenwoordigers bepaalt de wijze waarop de bij haar ingediende verzoekschriften worden behandeld.
Eens ontvankelijk verklaard en naar een commissie doorverwezen, kan de ontbinding van de Kamer(s) verzoekschriften niet doen vervallen”
(F.9)
14. Teneinde de tijden van ‘lopende zaken’ en van regeringsvorming fel in te korten, en dus ook indirect meer tijd te kunnen vrij maken voor o.a. het behandelen van verzoekschriften, Regeringsverkiezingen te organiseren, kort volgend op de Kamerverkiezingen.
14.1. Enkel Kamerleden kunnen het ambt van Minister opnemen.
Aangaande de ontvankelijkheid van verzoekschriften, het indienen ervan en de instantie die over de ontvankelijkheid uitspraak doet:
(GB.9)
15. Inzake de ontvankelijkheid van verzoekschriften, zowel inhoudelijk als formeel, dus ook omtrent de verschillende manieren van indienen van verzoekschriften, dat volgende voorwaarden gelden:
15.1. Mits een afspraak overeen te komen via petitions-verzoekschriften@dekamer.be mogen papieren verzoekschriften in persoon aan de Kamer aangeboden worden.
[De Zwitserse manier van doen, kan aanzetten tot inspiratie: https://www.bk.admin.ch/bk/fr/home/droits-politiques/petitions.html]
15.2. Verzoekschriften dienen schriftelijk ingediend bij het Voorzitterschap van de Kamer van volksvertegenwoordigers.
15.2.1. Per brief, dienen ze als volgt geadresseerd: Kamer van volksvertegenwoordigers - Paleis der Natie - B-1008 Brussel.
15.2.2. Per e-mail, als volgt: petitions-verzoekschriften@dekamer.be
15.2.3. Via het petitieplatform, https://dekamer.mijnopinie.belgium.be
15.3. Ieder per brief ingediend en in persoon aangeboden verzoekschrift moet voorzien zijn van de handtekening van de petitionaris en moet duidelijk leesbaar diens naam, voornamen, geboortedatum, woonplaats en rijksregisternummer opgeven.
15.4. Ieder per mail ingediend verzoekschrift dient bij voorkeur voorzien te zijn van de elektronische identificatie van de petitionaris.
15.4.1. Bij gebrek aan elektronische identificatie blijft het verzoekschrift nochtans evenzeer ontvankelijk zo de petitionaris duidelijk leesbaar dezelfde gegevens opgeeft als deze die voor een per brief ingediend verzoekschrift gelden, dus met inbegrip van diens rijksregisternummer.
[Om het digitaal ondertekenen te promoten, zou de Kamer betreffende info die op de webstek van het Vlaams Parlement te vinden is, eventueel kunnen overnemen: https://eid.belgium.be/nl/digitale-handtekeningen]
15.5. Om een petitie via het petitieplatform petitions-verzoekschriften@dekamer.be in te dienen, moet elke petitionaris zich eerst digitaal authenticeren.
[Niet te versmaden om het gebruik van deze wijze van indienen te bevorderen: minstens een handleiding bijsluiten; nog beter ware het een nabootsing te laten tonen, een hoe-te-doen-filmpje]
15.6. Ieder verzoekschrift meldt eveneens een korte titel van het verzoekschrift en bevat een bondige omschrijving van het of van de verzoeken, aan de hand van concrete vragen en begeleid van een korte verantwoording.
15.7. Wat gevraagd wordt, dient tot de bevoegdheid van de Federale Staat te behoren.
15.8. Vrijblijvende meldingen:
15.8.1. De petitionaris mag de toelating geven zijn naam en voornamen publiek te maken, al dan niet aangevuld met zijn geboortedatum.
15.8.2. De petitionaris mag de dienst Burgerschap eveneens zijn mailadres melden opdat de petitionaris via voormelde dienst met andere petitionarissen in contact kan treden.
16. Dat de instantie die zich over de ontvankelijkheid van een verzoekschrift dient uit te spreken, duidelijk dient vermeld te worden: “De Dienst Burgerschap bij het Voorzitterschap spreekt zich, onder de verantwoordelijkheid van de Conferentie van de Voorzitters, uit over de ontvankelijkheid van de verzoekschriften.”
[Ook aan een andere wetgevende dienst, bv de Dienst Juridische Zaken zou die taak kunnen opgedragen worden]
Aangaande het e-petitieplatform en mogelijke opdrachten voor de Dienst Burgerschap:
(GB.9)
17. Dat de Dienst Burgerschap ieder ontvankelijk verklaard verzoekschrift op het e-petitieplatform bekendmaakt, eens de Conferentie van Voorzitters het naar een Kamercommissie heeft doorverwezen.
[Thans verwijst de Verzoekschriftencommissie nog door; met deze petitie is supra al gevraagd deze bevoegdheid voortaan aan de Conferentie van Voorzitters toe te vertrouwen]
17.1. Dat, zo de petitionaris, bij het indienen van een verzoekschrift, gevraagd heeft de volledige anonimiteit te willen bewaren, dan toch nog de postcode van de gemeente van de woonplaats op het
-e-petitieplatform zou verschijnen.
(G.C.6)
18. Dat de Dienst Burgerschap de opdracht krijgt de media in kennis te stellen van de verzoekschriften die naar de diverse Kamercommissies ter behandeling zijn doorverwezen.
19. Dat de Dienst Burgerschap de gelegenheid wordt geboden de petitionarissen met mekaar in contact te brengen.
Deel: