BZ_2024/9 - Herziening koninklijk besluit tot regeling van de organisatie en de werking der raden van de Orde der geneesheren

Auteur: Louis Rutgeerts

Als vertrouwensarts diende ik voor een patiënte klacht in bij de provinciale raad van de orde der artsen tegen een medisch gerechtsdeskundige.

De raad antwoordde deze zaak terdege te zullen onderzoeken maar vervolgde: “Artikelen 24 en volgenden van het K.B. van 6/02/1970 (!) tot regeling van de organisatie en de werking der raden van de Orde der artsen, laten ons niet toe de klager in te lichten over het disciplinair gevolg dat aan de klacht zal worden verleend”. Op het verzoek om door de Raad te worden gehoord werd niet geantwoord.

Afgezien van het feit dat dit gebrek aan inlichting over de uitspraak van de klacht voor de patiënt(e) in geval van een eventuele gerechtelijke procedure zeer nadelig kan zijn, begrijp ik niet hoe dit KB strookt met het recht op transparantie en het recht op informatie van de klager.

Mijn verzoekschrift gaat over de vraag om dat archaïsch m.i. onterecht KB te herzien in het kader van de patiënten rechten zodat de klager op zijn minst wordt ingelicht of diens klacht al dan niet gegrond was.

Met dank dat verzoekschrift te willen overwegen en bespreken,