55_2023-2024/52 - Stop met het verlengen van de opsluiting in gesloten centra om bespottelijke redenen

Tijdens haar vergadering van 28 januari 2025 heeft de commissie voor Verzoekschriften deze petitie overgezonden aan de commissie voor Binnenlandse Zaken, Veiligheid, Migratie en Bestuurszaken en aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing.

Antwoord van de minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid (17/10/2025):

Geachte heer Ben Dadi,

Met veel aandacht heb ik uw verzoekschrift gelezen met de vraag tot ‘stop het verlengen van de opsluiting in gesloten centra om bespottelijke redenen. De Staatssecretaris voor Asiel & Migratie uit de vorige Federale Regering had, volgens de bijgevoegde brief van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, niet tijdig geantwoord op uw verzoekschrift.

Graag geef ik u een overzicht van de geldende wetgeving betreffende de situatie die u in uw verzoekschrift beschrijft.

- Conform artikel 7 van de Vreemdelingenwet kan o.a. iemand die niet in het bezit is van verblijfsdocumenten een bevel om het grondgebied te verlaten krijgen. De vreemdeling kan (in de artikel 74/14, § 3 bedoelde gevallen = bijvoorbeeld in geval van een risico op onderduiken) naar de grens teruggeleid worden en kan, tenzij andere afdoende maar minder dwingende maatregelen doeltreffend kunnen worden toegepast, vastgehouden worden voor de tijd die strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van de maatregel, meer in het bijzonder wanneer er een risico op onderduiken bestaat of wanneer hij de voorbereiding van de terugkeer of de verwijderingsprocedure ontwijkt of belemmert. Een vasthouding op grond van artikel 7 van de Vreemdelingenwet kan tot 5 maanden duren en wanneer het noodzakelijk is voor de bescherming van de openbare orde of de nationale veiligheid kan de opsluiting op basis van deze rechtsgrond tot 8 maand verlengd worden.

- De tellers worden enkel op 0 gezet wanneer de vreemdeling een vlucht weigert en hem conform artikel 27 van de Vreemdelingenwet een vordering tot heropsluiting wordt betekend. Dit is ook het geval wanneer de vreemdeling een verzoek om internationale bescherming indient. In zo’n geval is een verdere vrijheidsberoving enkel mogelijk op grond van artikel 74/6, § 1 van de Vreemdelingenwet en dient na negatieve beëindiging van het verzoek om internationale bescherming opnieuw de switch gemaakt te worden naar een vrijheidsberoving op grond van artikel 7 van de Vreemdelingenwet (en dit conform artikel 74/6, § 2: Eenmaal de in artikel 52/3, § 1, bedoelde vreemdeling het voorwerp uitmaakt van een uitvoerbare maatregel tot verwijdering, zijn de bepalingen van artikel 7, tweede tot zevende lid, en van titel IIIquater, van toepassing.)

- Bij een wissel van gesloten centrum of na een geweigerde regularisatieaanvraag volgt nooit een nieuwe vrijheidsberovende titel die een nieuwe opsluitingstermijn doet ingaan.

- Artikel 15 van de Terugkeerrichtlijn voorziet trouwens een maximale bewaringsduur van 18 maanden

- Het Hof van Cassatie heeft in het verleden al meermaals bevestigd dat er na een weigering van vertrek een nieuwe vrijheidsberovende maatregel kan genomen worden in plaats van een beslissing tot verlenging van opsluiting (zie bijvoorbeeld: Cass, P.23.1285.F van 27 september 2023 en P.22.1645.N van 31 januari 2023)

Bij beschikking van 05.06.2024 werd door de raadkamer te Brussel de vasthouding van betrokkene, waarover u het in uw verzoekschrift heeft, wettig geacht.

De vrijheidsberoving van betrokkene is dus conform de hierboven weergegeven wetgeving en rechtspraak verlopen.

Hoogachtend,

Anneleen Van Bossuyt